De Belastingdienst heeft vragen over de (fiscale) coronamaatregelen en de inkomsten- en vennootschapsbelasting beantwoord die zijn gesteld tijdens het webinar op 2 juni 2021.

In de vragen en antwoorden kwamen onder andere de volgende onderwerpen voorbij:

  • verruiming urencriterium;
  • renteaftrek eigen woning;
  • coronagerelateerde verliezen;
  • tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) in de aangifte verwerken.

Vragen

  1. Vraag (V): Geldt de verruiming van het urencriterium ook voor starters gedurende de periode van de verruiming?
    Antwoord (A): Voor startende ondernemers geldt geen afwijkend urencriterium. De goedkeuring voor het urencriterium uit het Besluit fiscale coronamaatregelen geldt ook voor startende ondernemers. Een startende ondernemer die aan het urencriterium voldoet, kan onder voorwaarden gebruikmaken van de startersaftrek.

  2. V: Moet de ondernemer in die tijd dat de goedkeuring van 24 gewerkte uren geldt, een urenregistratie bijhouden of mag dit alleen in de maanden buiten die goedkeuring?
    A: Voor de toepassing van het urencriterium is het bijhouden van een urenregistratie gewenst. In de periode dat de ondernemer gebruikmaakt van de goedkeuring, kan hij 24 uren per week in de urenregistratie opnemen.

  3. V: Tot hoe lang word je als 'startend' arbeidsongeschikt ondernemer gezien?
    A: Een ondernemer heeft recht op de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid als hij in 1 of meer van de 5 voorafgaande kalenderjaren geen ondernemer was. En hij aan het verlaagde urencriterium van 800 uur voldoet. Voor het 1e, 2e en 3e jaar is de aftrek (bedragen 2021) respectievelijk € 12.000, € 8.000 en € 4.000.

  4. V: Geldt de versoepeling van de regels voor het urencriterium ook voor mensen die voorgaande jaren er niet aan voldeden?
    A: Ja, aan de goedkeuring voor het urencriterium is niet de voorwaarde verbonden dat in 2019 voldaan moet zijn aan het urencriterium.

  5. V: Hoe verhoudt een ‘begin van uitvoering’ zich tot het aangaan van een verplichting (werking van de goede trouw in de onderhandelingsfase)? Is de toezegging daarmee geen dode mus, omdat niet duidelijk is wat een ‘begin van uitvoering’ is, bijvoorbeeld als het gaat om vervanging van vastgoed?
    A: Het begrip 'begin van uitvoering' is op te vatten als bijvoorbeeld bindende afspraken ten aanzien van de vervangende investering. Dat omvat het aangaan van onherroepelijke verplichtingen tot herinvestering.

  6. V: Maakt het uit of je de lening bij een bank hebt of bij je eigen bv om gebruik te maken van de nieuwe regels met betrekking tot renteaftrek eigen woning?
    A: Niet duidelijk is wat bedoeld wordt met 'nieuwe regels'. Als hiermee wordt gedoeld op het besluit Betaalpauze voor rente en aflossing eigenwoningschuld geldt dat voor situaties waarin de geldverstrekker een ander is dan een aangewezen administratieplichtige aanvullende voorwaarden worden gesteld. Verwezen wordt naar onderdeel 2 onder d en e van het besluit Betaalpauze van 25 maart 2021, Staatscourant 2021, 16238.

  7. V: De rentedragende rente met betrekking tot eigen woning, dan is de rente over rente niet aftrekbaar in box 1, eigen woning? En de schuld met betrekking tot rente komt dan in box 3?
    A: Nee, als de (eigen woning)rente rentedragend is geworden, is die rente aftrekbaar in het jaar van rentedragend worden. De schuld met betrekking tot de rente behoort tot box 3.

  8. V: Waar kunnen we de afspraken over thuiswerken en heffing in werkstaat die gemaakt zijn met België en Duitsland terugvinden?
    A: Voor de overeenkomst tussen Nederland en België: Staatscourant 2020, 25956 en Staatscourant 2021, 12553. Voor de overeenkomst tussen Nederland en Duitsland: Staatscourant 2020, 21381 en Staatscourant 2021, 16360.

  9. V: Kan er een voorbeeld gegeven worden omtrent moment rentedragend worden bij de betaalpauze in de hypotheek? Is daar bij een bank niet standaard sprake van? De rente zal toch betaald moeten worden.
    A: Verwezen wordt naar onderdeel 4 van het besluit Betaalpauze van 25 maart 2021, Staatscourant 2021, 16238.

  10. V: Maakt het uit hoeveel dagen een inwoner van Nederland in Duitsland werkzaam is? Dan doel ik op de 183-dagenregeling.
    A: De gesloten overeenkomsten tussen Nederland en België, respectievelijk Duitsland geven invulling aan de 183-dagenregeling in de Belastingverdragen.

  11. V: Is in 2020 ook een coronareserve mogelijk op basis van verwacht verlies over 2021?
    A: Nee, de goedkeuring voor de coronareserve geldt alleen voor een coronagerelateerd verlies 2020, waarmee in de aangifte Vpb 2019, via een coronareserve, rekening kan worden gehouden.

  12. V: Als gevolg van corona zal cliënt in 2021 een behoorlijk omzetverlies leiden door het afhaken van cliënten door liquidatie en anderszins. Hoe wordt daarmee omgegaan?
    A: Voor coronagerelateerde verliezen 2021 is geen regeling getroffen. Er kan een verzoek worden gedaan tot verlaging van de voorlopige aanslag Vpb 2021.

  13. V: Betreft fiscale coronareserve Vpb. Wanneer boekjaar 2019 fiscaal reeds is afgewerkt. Echter, later blijkt dat bij afwerking van boekjaar 2020 er door de coronacrisis toch een verlies komt uit boekjaar 2020. Mag dan voor 2019 alsnog een gecorrigeerde aangifte Vpb gedaan worden? Of had dit al voorzien moeten worden in de eerste opstelling van de jaarrekening 2019?
    A: Een coronareserve kan in het belastingjaar 2019 worden gevormd zolang de aanslag Vpb 2019 nog niet onherroepelijk vaststaat.

  14. V: Gaan de fiscale gevolgen van de Tijdelijke overbruggingsregeling (Tozo) zelfstandig ondernemers voor de meestverdienende partner nog bekeken worden? Zelfs wanneer de partner geen fiscaal/toeslag partner is, het geld niet heeft ontvangen, moeten er via de IB grote bedragen terugbetaald worden?
    A: Voor wat betreft de toerekening van Tozo-1 uitkeringen tussen partners wordt verwezen naar de beantwoording van Kamervragen over de Tozo en belastingaangifte van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 26 maart 2021.

  15. V: De vaste reiskostenaftrek is toch verlengd tot 1 juli 2021? Of gaat dit ook nog langer door?
    A: De versoepeling van de reiskostenaftrek in de inkomstenbelasting geldt alleen voor 2020. Zie het Dossier coronavirus op TaxLive.

  16. V: Hoe zit het met de reiskostenvergoeding door de werkgever?
    A: De reiskostenvergoeding blijft ook na april 2020 onbelast voor zover de werknemer op 13 maart 2020 een onvoorwaardelijk recht had. De werkgever mag uitgaan van het pre-corona reispatroon, ook bij vergoedingen of verstrekkingen OV-abonnement en nacalculatie. In het besluit Fiscale Coronamaatregelen van 3 maart 2021 is vermeld dat deze goedkeuring geldig is voor het jaar 2020 en de eerste 3 maanden van het jaar 2021. In de Kamerbrief van 27 mei 2021 is door het demissionair kabinet vermeld dat deze goedkeuring verlengd zal worden tot 1 oktober 2021. Zie onderdeel 3.6 van de Kamerbrief.

  17. V: Zelfstandig voor de Vpb belastingplichtige vennootschappen hebben gezamenlijk via de concernregeling NOW ontvangen. Hoe moet de NOW worden verdeeld? Moet de beschikking gevolgd worden of mag verdeling plaatsvinden op economische/zakelijke grondslagen bijvoorbeeld omzetdaling?
    A: Op basis van de beschikkingen waarin de NOW-tegemoetkoming is verleend, zal toerekening aan de winst moeten plaatsvinden.

  18. V: Niet voldoen aan urencriterium (Covid), dus geen ondernemer voor de IB. Hoe moet dan de winst worden opgegeven?
    A: Het aangemerkt worden als ondernemer voor de IB is niet gekoppeld aan het urencriterium. Zie onder andere de Ondernemerscheck op belastingdienst.nl.

  19. V: Is TVL-AR (voor reisbranche) ook Vpb-vrijgesteld?
    A: Het betreft een opslag op de TVL en daarmee vrijgesteld voor de winstbelasting.

  20. V: Wat als je tijdens de periode van de 24-uursvrijstelling gewerkt hebt in loondienst. Kom je dan in de knel met de andere voorwaarde?
    A: Het grotendeelscriterium binnen het urencriterium blijft van toepassing.

  21. V: Als de TVL als vrijgestelde winst in de IB-aangifte wordt opgenomen, hoe wordt het dan voor de Zvw berekend?
    A: Voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet geldt als bijdrage-inkomen de belastbare winst uit onderneming volgens de IB. Omdat de vrijgestelde TVL-uitkering niet in de belastbare winst uit onderneming is begrepen, maakt deze ook geen onderdeel uit van het bijdrage-inkomen voor de Zorgverzekeringswet.

  22. V: Ben je verplicht om de TVL op te nemen in de aangifte of kan je dit ook gewoon buiten beschouwing laten?
    A: De TVL is onderdeel van de winst uit onderneming, maar voor de berekening van de belastbare winst uit onderneming vrijgesteld. Dat betekent dat de TVL opgenomen wordt in de winstaangifte.

  23. V: Na 30 jaar ben ik overgestapt naar een nieuwe boekhoudprogramma en IB-aangifte programma die op elkaar afgestemd zijn en ook volgens de RGS-regeling. Maar in de praktijk blijkt dat de subsidie TVL als subsidie of diverse baten niet te boeken is, volgens het RGS-schema, en wel als overige inkomsten met nul btw. Zo heb ik het ook gedaan. In de IB-aangifte heb ik dat afgeboekt als vrijgestelde winst bestanddelen. Hoe zou de inspecteur hiernaar kijken en oordelen?
    A: De TVL-uitkering is geen omzet en daarmee niet belast voor de btw.

  24. V: Het verbod op dividenduitkering bij NOW, hoe lang geldt deze?
    A: Dit is onderdeel van de NOW-regeling waarvan de Belastingdienst geen uitvoerder is, maar het UWV. Deze vraag kan niet door de Belastingdienst worden beantwoord.

Tot zover de vragen. In deze reeks van vragen en antwoorden van de Belastingdienst in coronatijd zijn eerder de volgende publicaties verschenen:

Verder staan in het Dossier Coronavirus alle fiscale coronaregelingen.

Bron: Belastingdienst

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Belastingrecht algemeen, Sociale zekerheid algemeen

Dossiers: Corona

20

Gerelateerde artikelen