De Kennisgroep Verzekeringsproducten en Assurantiebelasting van de Belastingdienst probeert met Vragen & Antwoorden duidelijkheid te scheppen over de fiscale behandeling van de partnercompensatie bij afkoop of omzetting van het pensioen in eigen beheer. Die missie is geslaagd, vindt pensioenadviseur en fiscalist David Bakker.
"Goed te weten hoe de Belastingdienst tegen deze problematiek aankijkt," aldus Bakker die eigenaar is van David Bakker Pensioen Consultancy. "De antwoorden volstaan voor de meeste situaties. Wie echter het onderste uit de kan wil zal een ander standpunt dan de Belastingdienst moeten innemen en hier desnoods over moeten procederen."
Vragen & Antwoorden
Het vraag- en antwoorddocument is verschenen op de pensioensite van de Belastingdienst en ziet op de compensatie aan de (gewezen) partner van de dga die instemt met de afstempeling van het pensioen in eigen beheer gevolgd door afkoop of omzetting in een oudedagsverplichting. Zowel de fiscale gevolgen van een directe compensatie als een voorwaardelijke compensatie komt aan bod. "Toekenning van een directe compensatie bij de uitfasering van het pensioen terwijl geen sprake is van scheiding speelt nauwelijks in de praktijk," geeft Bakker aan. "Het draait veelal om de voorwaardelijke compensatie. Om bij afkoop of omzetting van het pensioen in eigen beheer discussie met de Belastingdienst over een mogelijke schenking van de partner aan de dga te voorkomen, zijn veel partijen vaak schriftelijk een voorwaardelijke partnercompensatie overeengekomen. Op grond van de afspraken vindt compensatie uitsluitend plaats als zich een echtscheidingssituatie voordoet. Compensatie hoeft dan ook pas op dat moment te worden berekend. De hoogte van de compensatie wordt zodanig vastgesteld dat de ex-partner van de DGA in een financiële positie komt te verkeren die vergelijkbaar is met de situatie dat het pensioen niet zou zijn uitgefaseerd en een traditionele pensioenverdeling zou hebben plaatsgevonden.”
Fiscale gevolgen voorwaardelijke partnercompensatie
Het zoveel jaar na uitfasering van het pensioen in eigen beheer berekenen van de compensatie bij echtscheiding is volgens Bakker een hele klus. En komt men dan tot een bedrag, dan speelt de vraag wat de fiscale gevolgen zijn van deze compensatie. Volgens de Belastingdienst speelt een dergelijke voorwaardelijke compensatie die bij echtscheiding wordt ontvangen zich af in de vermogenssfeer, zodat deze in de inkomstenbelasting niet belast is als periodieke uitkering en ook niet aftrekbaar als onderhoudsverplichting. De Kennisgroep neemt namelijk het standpunt in dat de ontvangen compensatie ziet op het verdelen van het vermogen tussen partners en niet op een pensioenverrekening. Van pensioen is immers geen sprake meer omdat het pensioen in eigen beheer al eerder is afgekocht of omgezet.
Fiscale gevolgen directe compensatie bij scheiding/uitfasering
Als echter partijen − in de situatie dat het pensioen nog niet is uitgefaseerd − bij echtscheiding afspreken om het pensioen af te kopen of om te zetten (dit kan nog tot en met 2019) en zij dan tevens een partnercompensatie overeenkomen, dan is die compensatie volgens de Belastingdienst wel belast bij de (ex-)partner en aftrekbaar bij de dga. Dat laatste vindt Bakker terecht omdat de compensatie in dat geval moet worden gezien als een pensioenverrekening.
Vraagteken
Bij het eerste standpunt van de Belastingdienst – de voorwaardelijke compensatie, afgesproken ten tijde van de afkoop of omzetting van het eigenbeheerpensioen, die wordt uitgekeerd bij echtscheiding speelt zich af in de vermogenssfeer − is een vraagteken te zetten. Bakker legt uit: “De Kennisgroep ziet dit als een vermogensverdeling, maar je zou de partnercompensatie ook kunnen zien als een uitgestelde pensioenverrekening. Dan is het geen onbelaste vermogenssfeer, maar een belaste inkomenssfeer met aftrek- en bijtellingspost. Helaas is hier (nog) geen jurisprudentie over. Ook voor het standpunt van de Belastingdienst dat de compensatie zich afspeelt in de onbelaste vermogenssfeer valt iets te zeggen. Het kan dus beide kanten opgaan.“
Taxplanning
Voor de praktijk had het prettig geweest als de Belastingdienst de bij echtscheiding tot uitkering gekomen voorwaardelijke compensatie wel zou zien als een pensioenverrekening. “De Belastingdienst laat dan de keuze voor een al dan niet fiscaal neutrale compensatie bij de dga en zijn ex-partner,” verduidelijkt Bakker. “Ingeval van pensioenverrekening is de compensatie bij de partner weliswaar belast en bij de dga aftrekbaar, maar ex-echtgenoten kunnen in het jaar van scheiding de fiscale gevolgen van de compensatie beperken door te kiezen voor fiscaal partnerschap. De toerekening van de aftrekpost en de inkomensbijtelling kan dan plaatsvinden bij één en dezelfde persoon. In feite is de verrekening dan geneutraliseerd. Verder kan pensioenverrekening ook taxplanningsmogelijkheden bieden, zoals de compensatie tegen een hoger tarief aftrekken dan dat de bijtelling is belast of de compensatie storten in een pensioenverrekeningslijfrente voor het uitstellen van belasting.”
Hoe men het ook wendt of keert: de Belastingdienst ziet de bij afkoop of omzetting afgesproken voorwaardelijke compensatie bij echtscheiding niet als een pensioenverrekening, maar als een vermogensverdeling. “Wie het daar niet mee eens is zal een ander standpunt moeten innemen en hier desnoods over moeten procederen,” aldus Bakker. “Maar omdat fiscale onzekerheid bij een echtscheiding geen aanlokkelijk perspectief is, zullen weinigen daar voor kiezen.”
Hamvraag
De hele partnercompensatie-kwestie is overigens het resultaat van het volgende standpunt van toenmalig staatssecretaris Wiebes van Financiën tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel ‘uitfasering PEB’: als de partner instemt met afkoop of omzetting van het pensioen in eigen beheer kan sprake zijn van een schenking omdat de partner hiermee voorwaardelijke rechten (de mogelijkheid van pensioenverdeling bij echtscheiding) prijsgeeft. Hamvraag blijft of dit standpunt juist is. Bakker betoogde eerder in een column voor TaxLive dat het prijsgeven van rechten onder opschortende voorwaarde (een scheiding) niet tot een belaste schenking kan leiden. “Als die visie juist is dan hebben partijen, die geen (voorwaardelijke) compensatie zijn overeengekomen, op dit punt geen probleem.” Bakker voegt daar tot slot aan toe dat als partijen in weerwil van een compensatieovereenkomst bij echtscheiding afzien van de voorwaardelijke compensatie, dit juist wél als een schenking zou kunnen worden gezien.
Bron: Redacteur Marit Muller
Informatiesoort: Nieuws, Interviews
Rubriek: Pensioenen, Schenk- en erfbelasting
Focus: Focus
Carrousel: Carrousel