Voor een werknemer met meer dan een auto van de zaak is de bijtelling veranderd.
Stelt een werkgever gelijktijdig meer dan een auto ter beschikking aan een werknemer, dan berekent hij de bijtelling per 2021 op een andere manier.
Wanneer de werkgever meerdere auto's tegelijkertijd ter beschikking stelt aan zijn werknemer, dan geldt de bijtelling voor de auto('s) waarmee de werknemer op kalenderjaarbasis meer dan 500 privékilometers rijdt. Daarnaast houdt de werkgever rekening met het aantal rijbewijzen binnen het gezin.
Is de werknemer alleenstaand of is er binnen het gezin maar een persoon met een rijbewijs, dan hoeft de werkgever maar voor een auto bij te tellen. Zijn er twee rijbewijzen binnen het gezin, dan telt hij voor twee auto’s bij. Zijn er meer rijbewijzen binnen het gezin, dan telt de werkgever voor evenveel auto’s bij als er rijbewijzen zijn.
Voor welke auto bijtelling?
Heeft de werknemer meerdere auto's van de zaak, maar hoeft de werkgever niet voor alle auto's bij te tellen? Tot en met 2020 telde de werkgever dan bij voor de auto('s) met de hoogste cataloguswaarde. Dit is veranderd. Per 2021 telt de werkgever bij voor de auto('s) met de hoogste bijtelling.
Meer informatie over meer dan een auto tegelijk ter beschikking stellen staat in paragraaf 23.3.12 van het 'Handboek Loonheffingen 2021'.
Bron: Belastingdienst
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Loonbelasting