Commentaar CFE op het voorstel voor een vierde Anti-Money Laundering Directive
17 januari 2014
De Confédération Fiscale Européenne heeft een tweede commentaar geleverd op het voorstel voor een vierde Anti-Money Laundering Directive (COM (2013) 45)
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat lidstaten in strafprocedures verplicht zijn om de kwetsbaarheid van een beklaagde vast te stellen en te erkennen voordat deze persoon wordt ondervraagd in het kader van de strafprocedure.
Advocaat-generaal Ćapeta concludeert dat de verordening op grond waarvan de Zippo-aanstekers extra worden belast, geen ‘individuele maatregel’ vormt. Het feit dat een persoon in het algemeen door een dergelijke maatregel wordt geraakt, volstaat dan niet om het recht om te worden gehoord te activeren.
De Eerste Kamer heeft op 10 juni 2025 het wetsvoorstel Wet plan van aanpak witwassen aanvaard. In dit wetsvoorstel is een verbod op contante betalingen voor goederen vanaf € 3000 of meer opgenomen.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Portugal niet in strijd met het EU-recht handelt door zegelrecht te heffen op zekerheden in de vorm van pandrechten op aandelen en op banktegoeden. Dit geldt ook voor vorderingen die ontstaan uit aandeelhoudersleningen die zijn gesteld met het oog op de goede nakoming van de verplichtingen die voortvloeien uit een door een kapitaalvennootschap uitgegeven obligatielening.
De Hoge Raad oordeelt, onder verwijzing naar zijn prejudiciële beslissing van 26 april 2024, ECLI:NL:HR:2024:653, V-N 2024/20.16, dat het oordeel van het hof dat de EU-restantvoorraadregeling de uit de wet voortvloeiende discriminatie in heffing van BPM rechtvaardigt, blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting. Volgt verwijzing.
De Hoge Raad oordeelt dat de inspecteur de foutenleer terecht heeft toegepast. De Hoge Raad overweegt daarbij dat de HIR niet de v.i. betreft. Bij de winstberekening van de v.i. vindt afschrijving dan plaats op de aanschaffingsprijs van het bedrijfsmiddel, dus vóór afboeking van de HIR.
De Raad van de EU heeft op 27 mei 2025 zijn onderhandelingsstandpunt (general approach) vastgesteld over een van de voorstellen van het Omnibus I-wetgevingspakket dat het EU-mechanisme voor de Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) vereenvoudigt en versterkt.
“Joh, dat EU-arrest is gewezen in een driezetel, zelfs zonder conclusie, dus niet te veel achter zoeken.” Zucht. “Staat niets over in het dictum, dus daar hoef je niets mee te doen.” Diepere zucht. Scheelt wel een hoop leeswerk voor wie deze ‘adviezen’ volgt. De exacte bron ken ik niet.
Advocaat-generaal Kokott concludeert dat België art. 8 lid 7 ATAD niet hoeft om te zetten in nationale wetgeving. Dit geldt niet alleen al op grond van een teleologische uitlegging van deze bepaling, maar ook omdat art. 3 ATAD slechts in een minimale harmonisatie voorziet.
Advocaat-generaal Kokott concludeert dat bij tooling binnen de keten Brose SK-IME Bulgaria-Brose DE sprake is van een belastbare levering in Bulgarije. Het verschaffen van de beschikkingsmacht over de speciale apparatuur vormt als zodanig geen belastingvrije ICL.