Demissionair staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën is tevreden met het voorstel voor hervorming van de douane-unie en met de brede steun daarvoor bij de EU-lidstaten. "Het ziet ernaar uit dat we later dit jaar kunnen komen tot nieuwe douanewetgeving. Dat is echt in het belang van Nederland", zei Van Oostenbruggen na afloop van een vergadering met de EU-ministers van Financiën.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de Italiaanse toeslag op de accijns op elektriciteit kan vallen onder het begrip ‘andere indirecte belasting’. Het kan namelijk worden beschouwd als een van de accijns te onderscheiden belasting.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de BTW-vrijstelling voor beleggingsfondsen of -maatschappijen van ter collectieve belegging bijeengebracht vermogen niet van toepassing is. Volgens de rechtbank is X geen gemeenschappelijk beleggingsfonds.

De consultatie van de AMvB bij de Wijzigingswet beperking toegang UBO-registers met een uitwerking van het begrip legitiem belang vindt in de zomer van 2025 plaats. Dat schrijft de Minister van Financiën aan de Eerste Kamer in de nota naar aanleiding van het verslag over het wetsvoorstel Wijzigingswet beperking toegang UBO-registers.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat DRV-N en BG-V een regresvordering kunnen instellen tegen MP en GF. Dat Denemarken geen rechtsgrondslag kent voor het verkrijgen van een pensioen of een gelijkwaardige prestatie, is niet van belang.

De Europese Commissie nodigt belangstellenden uit om bij te dragen aan de ontwikkeling van een Europese blauwdruk voor spaar- en beleggingsrekeningen. De blauwdruk moet ook de fiscale behandeling van dergelijke rekeningen bevatten.

De Hoge Raad oordeelt dat de inspecteur het EU-rechtelijke verdedigingsbeginsel heeft geschonden en vernietigt de BTW-naheffingsaanslag. Volgens de Hoge Raad heeft de inspecteur X BV namelijk niet tijdig en expliciet van de voorgenomen naheffingsaanslag op de hoogte gesteld.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de niet-naleving van formele verplichtingen niet in de weg staat aan de BTW-vrijstelling voor de wederinvoer in de EU van goederen in de toestand waarin zij zijn uitgevoerd. Dit geldt niet als er sprake is van een poging tot bedrog.