Op 4 december 2018 praten de ministers van Financiën van de EU-lidstaten verder over de digitaledienstenbelasting, met het oog op een politiek akkoord over de voorgestelde richtlijn.
Tijdens de Ecofin van november hielden de ministers een oriënterend debat over het voorstel voor een digitaledienstenbelasting. Het debat was toegespitst op 2 kernpunten van het Commissievoorstel: de reikwijdte van belastbare diensten en de bepaling inzake het verstrijken van de richtlijn, de horizonbepaling.
Wat die bepaling betreft, waren alle lidstaten het erover eens dat de richtlijn moet verstrijken zodra er op OESO-niveau een alomvattende oplossing voor het belasten van de digitale economie is.
Hoewel het voorstel grondig is besproken op technisch niveau en er op een aantal punten vooruitgang is geboekt, zoals definities, belastinginning en administratieve samenwerking, blijven de lidstaten nog van mening verschillen over een aantal andere punten, zoals de exacte reikwijdte van diensten waarvoor de toekomstige belasting zou gelden.
“We moeten onze regels aanpassen aan de digitale transformatie van de economie en digitale bedrijven moeten een billijk bedrag aan belasting betalen. Het voorzitterschap wil uiterlijk eind dit jaar concrete resultaten boeken. Er rest ons weinig tijd, maar ik ben ervan overtuigd dat het ons met de nodige politieke wil kan lukken.” Aldus Hartwig Löger, Minister van Financiën van Oostenrijk en voorzitter van de Ecofin.
Bron: Raad Economische en Financiële Zaken, Europese Unie
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting, Vennootschapsbelasting