Het ministerie van Financiën sloeg niet aan op een discriminerende handleiding die gebruikt werd door de Belastingdienst over hoe om te gaan met mogelijke fraudeurs. Dat had "achteraf bezien" wel gemoeten, reageert een woordvoerder van staatssecretaris Marnix van Rij (Belastingdienst) na berichtgeving door Trouw. De krant meldt dat het departement vorig jaar januari al op de hoogte was van het bestaan van de handleiding.
Het document werd gebruikt bij controles van bijvoorbeeld verkeerd ingevulde belastingaangiftes. Persoonlijke kenmerken, zoals nationaliteit of uiterlijk, wogen mee bij het bepalen of iemand extra gecontroleerd werd. Wie vervolgens op een 'zwarte lijst' van de fiscus terechtkwam, ondervond daar ernstige gevolgen van. Zo kwamen mensen op de lijst niet meer in aanmerking voor schuldsanering.
Volgens de woordvoerder blijkt inderdaad uit stukken, die zijn vrijgegeven op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) dat eind 2020 informatie over de handleiding naar Financiën was gestuurd. Bij de Belastingdienst werd al in juli 2020 alarm geslagen over de handleiding, schrijft Trouw. Het document mocht per direct niet meer gebruikt worden.
Waarom het ministerie er niet op aansloeg toen het meegestuurd werd met de Wob-stukken, is volgens de zegsman niet te reconstrueren. Accountantskantoor PwC, dat onderzoek doet naar het fraudesignaleringssysteem (FSV), meldde onlangs dat de informatiehuishouding over het systeem tekort schoot. Vaak is niet te achterhalen waarom sommige mensen op de lijst belandden.
Van Rij noemde de recente conclusies van PwC "ernstig". Volgens de bewindsman zijn de selectiecriteria "verwerpelijk" en "discriminatoir".
Bron: ANP
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet, Fiscaal bestuurs(proces)recht, Strafrecht