Tijdens een gesprek over een hypotheeklening heeft een adviseur op een handgeschreven notitie geschreven dat "volgend jaar extra aan belasting teruggave +/- € 5.000" valt te verwachten. Uiteindelijk blijken de consumenten geen recht te hebben op een belastingteruggave. Hoewel het financiële klachteninstituut Kifid vindt dat de adviseur tekort is geschoten in zijn informatievoorziening, kunnen de consumenten geen rechten ontlenen aan deze notitie.
De adviseur erkent dat zij heeft aangegeven dat de consumenten naar verwachting recht hadden op een belastingteruggave in verband met het oversluiten van een hypotheek. Daarbij stelt zij nooit een toezegging te hebben gedaan, omdat zij de precieze fiscale situatie van de consumenten niet kende. De consumenten stellen echter dat zij schade hebben geleden en willen een vergoeding van de adviseur.
Het Kifid vindt dat het op de weg van de adviseur ligt om de consumenten duidelijke informatie te verstrekken over een mogelijke belastingteruggave. De adviseur had dus in ieder geval duidelijk moeten maken dat het slechts om een verwachting ging en dat zij niet kon beoordelen of de consumenten ook daadwerkelijk recht hadden op een belastingteruggave. Door dit na te laten heeft de adviseur verkeerde verwachtingen gewekt bij de consumenten.
Desondanks wijst het Kifid de vordering van de consumenten af. De consumenten hebben onvoldoende onderbouwd dat zij schade hebben geleden omdat zij niet in een slechtere financiële positie zijn komen te verkeren door de tekortkoming van de adviseur. De consumenten kunnen de zaak overigens nog voorleggen aan de rechter omdat de adviseur heeft gekozen voor een niet-bindend advies. Dit betekent dat partijen elkaar niet aan de uitspraak hoeven te houden.
Wat wel of niet aftrekbaar is bij het oversluiten van een hypotheek staat op de website van de Belastingdienst. De uitspraak van het Kifid heeft nummer 2022-0543.
Bron: Kifid
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Inkomstenbelasting