Het kabinet betaalt de Europese Unie onder voorbehoud 659 miljoen euro aan douanerechten over geïmporteerde zonnepanelen. Maar dat geld hoeft volgens het kabinet eigenlijk helemaal niet betaald te worden, zegt minister Wopke Hoekstra (Financiën). Hij gaat in gesprek met de Europese Commissie en hoopt uiteindelijk het geld weer terug te krijgen.
De Commissie en het kabinet twisten over de douanerechten die Nederland volgens de Commissie had moeten betalen over geïmporteerde zonnepanelen tussen 30 mei 2015 en 1 maart 2017.
Om te voorkomen dat bepaalde landen hun goederen voor een dumpprijs aanbieden in Europa, moesten lidstaten over de import van onderdelen of producten uit China, en later ook Taiwan en Maleisië extra belastingen betalen. De Commissie vindt nu dat Nederland ook heffingen moet betalen over zonnepanelen die in deze jaren uit derde landen (Mexico, India en Vietnam) zijn geïmporteerd, met onderdelen uit Taiwan en Maleisië. Nederland vindt van niet. Het land waaruit wordt geïmporteerd is immers het land waar de zonnepanelen worden gemaakt, zegt het kabinet.
Het kabinet en de Commissie interpreteren de regels gewoonweg anders, legt Hoekstra uit aan de Tweede Kamer. De bewindsman zegt dan ook dat hij het geld beschikbaar stelt aan de EU, maar wel het gesprek aan gaat met de Commissie. "Ik hoop de Commissie in die dialoog alsnog van ons gelijk te kunnen overtuigen."
Het kabinet heeft ervoor gekozen om het bedrag wel alvast uit te trekken om extra kosten te voorkomen. Mocht het gesprek met de Commissie "niet tot een bevredigend resultaat" leiden, dan kan Nederland zelf direct naar het Hof van Justitie stappen. Het kabinet hoeft dan niet te wachten op de Commissie, die het geschil dan via een speciale 'inbreukprocedure' aan het Hof voorlegt. Hoekstra benadrukt dat hij niet kan verzekeren de zaak te winnen als het Hof zich erover buigt. Wel denkt het kabinet een "juridisch pleitbaar standpunt" te hebben.
Bron: ANP