Kan een bezitter van een KEW, SEW of BEW de uitkering zomaar belastingvrij gebruiken voor een verbouwing? Een casus maakt dit duidelijk.
De casus luidt als volgt:
In 2008 heeft een man een kapitaalverzekering eigen woning (KEW) gesloten in verband met de aflossing van mijn hypotheek. Tot heden heeft hij keurig premie voldaan. Uit een recente erfenis heeft de man zijn lening bijna helemaal afgelost. Hij is nu van plan om zijn woning levensloopbestendig te maken en wil daarvoor een ingrijpende verbouwing doen. De KEW heeft hij niet meer nodig om de lening af te lossen en de maandelijkse premie vormt een behoorlijke uitgave. De man vraagt zich af of hij de uitkering uit zijn KEW belastingvrij kan gebruiken voor de verbouwing.
De uitwerking luidt als volgt. Een van de voorwaarden voor het belastingvrij afkopen van een KEW luidt dat de uitkering uit een KEW alleen mag worden gebruikt om een eigenwoningschuld mee af te lossen (art. 10bis.4 Wet IB 2001). Art. 10bis.5 Wet IB 2001 bevat een vergelijkbare bepaling voor een spaarrekening eigen woning (SEW) of een beleggingsrecht eigen woning (BEW).
De financiering van een verbouwing met de uitkering uit een KEW, SEW of BEW is niet aan te merken als het aflossen van een eigenwoningschuld. De uitkering kan dan ook niet belastingvrij worden genoten. In dat geval moet de man over het rentebestanddeel in de uitkering inkomstenbelasting in box 1 betalen. Het rentebestanddeel is het verschil tussen de uitkering en het totaalbedrag van zijn inleg.
In het geval dat de man de uitkering uit de KEW gedeeltelijk gebruikt voor de aflossing van de nog resterende hypotheek en het restant voor de verbouwing wenst te gebruiken kan de vrijstelling alleen worden toegepast voor het deel van de uitkering dat ziet op de aflossing van de nog resterende schuld. Over het deel van de uitkering dat gebruikt wordt voor de verbouwing is hij belasting verschuldigd over het naar rato bepaalde rentebestanddeel.
Belang voor de praktijk
In onderdeel E.11 van de V&A over gewijzigd fiscaal beleid en wetgeving met betrekking tot de KEW, SEW, BEW en BHW-kapitaalverzekering heeft de Belastingdienst expliciet bepaald dat in de beschreven situatie geen recht bestaat op een uitkeringsvrijstelling met als gevolg een belast rentebestanddeel. Als de bezitter van een KEW, SEW of BEW de uitkering toch belastingvrij wil gebruiken voor een verbouwing rest slechts een omslachtige methode: eerst een lening afsluiten voor de verbouwing en vervolgens de uitkering gebruiken om de lening af te lossen.
Als de uitkering uit een KEW, SEW of BEW gedeeltelijk wordt gebruikt voor aflossing van een eigenwoningschuld en het overige gedeelte voor andere doeleinden wordt gebruikt geldt de uitkeringsvrijstelling alleen als zoveel mogelijk de eigenwoningschuld wordt afgelost. De vrijstelling geldt in dat geval voor het deel van de uitkering waarmee de eigenwoningschuld is afgelost.
Voorbeeld
Tinus en Joke hebben een eigenwoningschuld van € 200.000. De uitkering uit hun SEW bedraagt € 240.000. Zij hebben nog recht op een uitkeringsvrijstelling van € 160.000 omdat het restant al is gebruikt voor een eerdere uitkering uit een KEW.
In deze situatie moeten Tinus en Joke € 200.000 aflossen op de eigenwoningschuld om recht te hebben op de resterende uitkeringsvrijstelling van € 160.000. De uitkering uit de SEW bedraagt € 240.000, de uitkeringsvrijstelling € 160.000 zodat het rentebestanddeel in het resterende gedeelte van € 80.000 van de uitkering uit de SEW belast is.
Als Tinus en Joke zouden besluiten om met de uitkering uit de SEW slechts € 160.000 af te lossen op de eigenwoningschuld, dan is het volledige rentebestanddeel in de uitkering van € 240.000 belast.
Bron: Legal & Tax Nationale Nederlanden
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Inkomstenbelasting