Er staan veranderingen op stapel voor de innovatiebox nu Nederland het OESO actieplan heeft ondertekend om belastingontwijking aan te pakken. In het belastingplan 2017 schetst de overheid de wijzigingen voor de Nederlandse innovatiebox-regeling. Wat wijzigt er?
Huidige innovatiebox-regeling: grote belastingbesparing voor winst uit innovatie
De innovatiebox is gericht op het bevorderen van technische innovatie. De regeling biedt belastingvoordeel aan ondernemingen die winst halen uit hun innovatieactiviteiten. Zij betalen dankzij de innovatiebox effectief 5% vennootschapsbelasting over de winst uit innovatie, in plaats van 25%. Hiervoor kent de innovatiebox momenteel drie ‘toegangstickets'. Een onderneming kwalificeert zich voor belastingvoordeel uit de innovatiebox als zij één van de volgende zaken heeft:
- een octrooi
- een kwekersrecht
- een S&O-verklaring die uit de WBSO voortvloeit.
Innovatiebox-voordeel beperkt: straks alleen bij WBSO of bij meerdere ‘toegangstickets'
In het belastingplan 2017 stelt de overheid nu voor om de regeling aan te passen. Voor kleinere ondernemingen is de WBSO straks het enige toegangsticket. Grotere ondernemingen hebben straks een dubbel toegangsticket nodig. Naast de WBSO is voor hen namelijk ook één van de volgende zaken vereist:
- een octrooi
- een kwekersrecht
- programmatuur
- een vergunning om geneesmiddelen op te markt te brengen
- een geregistreerd gebruiksmodel ter bescherming van innovatie
- een aanvullend beschermingscertificaat.
Voor grotere bedrijven kwalificeren ook de activa die met deze zaken samenhangen, of als zij een exclusieve licentie hebben voor het gebruik van de voornoemde zaken.
Een onderneming is klein als de voordelen uit de innovatieve activa, vermeerderd met kosten ter verwerving van deze voordelen over het huidige jaar en de 4 voorafgaande jaren, samen lager zijn dan 37,5 miljoen euro. Dat is dus gemiddeld 7,5 miljoen euro per jaar. Ook moet de netto-omzet van de groep in die 5 jaren lager zijn dan 250 miljoen euro. Dat is dus gemiddeld 50 miljoen euro per jaar.
Uitbreiding met nexus-benadering tegen belastingontwijking
In het internationaal belastingrecht is afgesproken dat de overheid winsten belast waar de activiteiten plaatsvinden. Dit heet ook wel het substance-criterium. Voor de innovatiebox vereist de regeling nu dat de onderneming de innovatie zelf voortbrengt. Dat is alleen zo als de ontwikkeling daadwerkelijk door de onderneming plaatsvindt. Dit sluit aan bij de eisen voor de WBSO. De huidige regeling waarborgt dus al dat aan het substance-criterium wordt voldaan.
Het nieuwe voorstel van de overheid breidt het substance-criterium uit met de ‘nexus-benadering'. Dit betekent dat een onderneming de innovatiebox niet kan toepassen als hij een deel van de ontwikkeling uitbesteedt aan een verbonden lichaam, dat niet bij de fiscale eenheid hoort. Voor dat deel geldt het voordeel uit de innovatiebox niet.
Overgangsregeling voor bestaande innovatiebox-trajecten
Om de wetswijziging in goede banen te leiden, komt er vanaf 1 januari 2017 een overgangsregeling. Deze regeling houdt het volgende in:
- Komt een onderneming nu in aanmerking voor de innovatiebox? En heeft de onderneming voor 30 juni 2016 (of het boekjaar waarin 30 juni 2016 valt) gekozen voor toepassing van de innovatiebox? Dan geldt hiervoor een overgangsrecht. De innovatiebox die gold op 31 december 2016 blijft van toepassing op deze activa. Het overgangsrecht eindigt voor boekjaren die uiterlijk eindigen op 30 juni 2021.
- Heeft een onderneming een octrooi of kwekersrecht en zijn de activa vóór 1 januari 2017 voortgebracht? Maar is er aan de onderneming geen S&O-verklaring afgegeven? Dan blijven deze activa kwalificeren voor de innovatiebox.
Conclusie: nieuwe innovatiebox heeft vooral gevolgen voor grotere ondernemingen
Het zal duidelijk zijn: voor grotere ondernemingen heeft de aanpassing van de innovatiebox de meeste gevolgen. De huidige vaststellingsovereenkomsten zullen aan de nieuwe wetgeving moeten worden getoetst en hierover zal overleg met de belastingdienst moeten plaatsvinden.
De toegang tot de innovatiebox wordt op sommige punten ruimer en op andere punten minder ruim ten opzichte van de huidige innovatieboxregelgeving. Zo heeft een grote onderneming straks een dubbel toegangsticket nodig. Maar PNO ziet ruimere toepassingsmogelijkheden voor de innovatiebox door de gelijkstelling van exclusieve licenties, bijvoorbeeld voor het gebruik van een patent.
Bron: PNO Consultants
1