De grens van 500 kilometer op kalenderjaarbasis wordt niet vastgesteld per personenauto, maar gaat over het privégebruik van alle in dat jaar ter beschikking gestelde personenauto's. Dat bepaalde de rechtbank Noord-Holland op 30 april 2015.
Dat meldt de website van de rechtbank. De zaak verloopt als volgt. In een kalenderjaar zijn achtereenvolgens een auto met een 25%-bijtelling en een auto met een 0%-bijtelling door een werkgever aan zijn werknemer ter beschikking gesteld. Deze werknemer heeft voor de eerste auto een rittenadministratie bijgehouden. Zijn werkgever heeft in deze periode de bijtelling privégebruik auto op het loon achterwege gelaten. Voor de andere auto heeft de werknemer geen rittenadministratie bijgehouden. De belastingdienst heeft een naheffingsaanslag loonheffingen opgelegd voor de periode dat aan de werknemer de auto met een 25%-bijtelling ter beschikking was gesteld.
De werknemer heeft niet overtuigend aangetoond dat hij met beide auto's op kalenderjaarbasis minder dan 500 kilometer privé heeft gereden. Dat hij voor de eerste auto een sluitende kilometeradministratie heeft is onvoldoende. De grens van 500 kilometer op kalenderjaarbasis wordt niet vastgesteld per personenauto, maar gaat over het privégebruik van alle in dat jaar ter beschikking gestelde personenauto's.
Een bijtelling van 0% op het loon door de werkgever is niet gelijk te stellen aan het rijden met een eigen auto door de werknemer zonder enige bijtelling. De naheffingsaanslag is terecht en voor het juiste bedrag opgelegd.
Bron: Rechtspraak.nl
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Inkomstenbelasting