Opnieuw is er een belangrijk arrest over de afdrachtvermindering onderwijs verschenen. Op grond van dit arrest er geen twijfel meer over dat de afdrachtvermindering ook mocht worden toegepast als een deel van de beroepspraktijkvorming werd gevolgd.
Wat betekent dit voor de werkgever?
Nog maar kort geleden heeft de Hoge Raad belangrijke uitspraken gedaan over de bewijslastverdeling in verband met de afdrachtvermindering onderwijs. De Hoge Raad oordeelde dat als een diploma of certificaat is uitgereikt, dit volstaat als bewijs dat de werknemer (het betreffende deel van) de opleiding heeft gevolgd, tenzij de inspecteur het tegendeel bewijst. PwC merkte op dat er mogelijk discussie blijft met Belastingdienst over de vraag of uw werknemers de volledige beroepspraktijkvorming hebben gevolgd. De Belastingdienst is namelijk van mening dat pas recht bestaat op afdrachtvermindering onderwijs als de gehele beroepspraktijkvorming is gevolgd. Dit standpunt is nu door de Hoge Raad verworpen. Ook bij het enkel volgen van een deelcertificaat is de afdrachtvermindering van toepassing. Wanneer de werkgever in bezwaar is gekomen tegen een naheffingsaanslag in de loonheffing vanwege de toepassing van de afdrachtvermindering onderwijs, en deze discussie speelt, is de uitspraak van de Hoge Raad dan ook van groot belang.
De betreffende casus
In de zaak waarin de Hoge Raad oordeelt, hebben werknemers een éénjarig maatwerkopleidingstraject gevolgd dat bestond uit twee deelkwalificaties van de in het Crebo opgenomen opleiding ‘Bedrijfsadministratief medewerker, mbo niveau 2'. Dit betreft een driejarige opleiding die in totaal bestaat uit vijftien deelkwalificaties. De belastinginspecteur was van mening dat ten onrechte afdrachtvermindering onderwijs was toegepast, omdat niet de volledige beroepspraktijkvorming van de driejarige opleiding is gevolgd. De Hoge Raad bevestigt echter het oordeel van de rechtbank dat ‘voor de toepassing van de afdrachtvermindering onderwijs niet meer is vereist dan dat werknemers ter zake van deelkwalificaties van een beroepsopleiding een beroepspraktijkvorming hebben gevolgd die deel uitmaakt van de beroepsbegeleidende leerweg'. De Hoge Raad verwerpt dan ook het standpunt van de Belastingdienst dat pas recht bestaat op afdrachtvermindering onderwijs als de gehele beroepspraktijkvorming is gevolgd.
Achtergrond regeling
De afdrachtvermindering onderwijs is een inmiddels vervallen fiscale regeling, die feitelijk een loonkostensubsidie was voor werkgevers die het praktijkgedeelte van een mbo- of hbo-opleiding voor hun werknemers verzorgden. Per 1 januari 2014 is de afdrachtvermindering onderwijs afgeschaft en vervangen door de Subsidieregeling Praktijkleren.
Bron: PwC
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Loonbelasting
0