Het is goed dat mensen worden gestimuleerd mediation te kiezen als middel om hun geschillen op te lossen als hun zaak zich daarvoor leent. Cruciaal is dat mediation vrijwillig blijft. Alleen als beide partijen bereid zijn deel te nemen, maakt mediation kans van slagen. Een bij voorbaat kansloze bemiddeling leidt tot onnodige extra kosten. Het belang van de rechtzoekende moet steeds voorop staan en de toegang tot de rechter moet daarbij altijd gewaarborgd zijn. Dat staat in het wetgevingsadvies van de Raad voor de rechtspraak naar aanleiding van initatiefwetsvoorstellen van VVD-Kamerlid Van der Steur.
Mediation is het buiten de rechter om regelen van een dispuut. Een echtpaar dat gaat scheiden en er niet in slaagt samen de omgangregeling met kinderen of de alimentatie te regelen, kan de rechter om een uitspraak vragen. Wat ook kan, is dat het echtpaar met een mediator om tafel gaat zitten om te kijken of een uitspraak van de rechter echt nodig is. In de regel is een gang naar de rechter duurder dan een bemiddelingstraject. Ook rechters verwijzen door naar mediators als ze dat kansrijk achten. 

Aandacht

De Raad is verheugd dat Van der Steur in zijn initiatiefwetsvoorstellen rekening houdt met een advies van de Raad van ruim een jaar geleden. Zo stellen de wetsvoorstellen mediation niet verplicht en voorzien ze in registratie van gekwalificeerde van mediators. De Raad vroeg daar destijds aandacht voor toen Van der Steur zijn initiatiefnota indiende. 

Stimuleren

De Raad voor de rechtspraak vindt dat mensen moeten worden gestimuleerd te kiezen voor mediation. Hij mist in de wetsvoorstellen ideeën die de alternatieve wijze van conflictbeslechting onder de aandacht brengen bij bijvoorbeeld advocaten, incassobureaus en het Juridisch Loket en vraagt Van der Steur dit toe te voegen aan zijn voorstellen.

Juridisering

Een punt van zorg van de Raad is een te sterke juridisering van mediation. De eisen waaraan een geregistreerde mediator volgens de wetsvoorstellen zal moeten voldoen, lijken juridische kennis en een specialisatie op rechtsgebieden als uitgangspunt te hebben. Die kennis is belangrijk, maar de Raad meent dat juist de bijdrage van gedragskundige disciplines, zoals psychologie en othopedagogie, waardevol is. Mensen met kennis van deze disciplines lijken nu geen geregistreerd mediator te kunnen worden, tenzij ze behoorlijk juridisch geschoold zijn. Hier moet naar een goed evenwicht worden gezocht. Daarnaast speelt dat partijen die de gang naar de rechter maken, vaak al hoog oplopende ruzie hebben. Indien deze zaken naar mediation worden verwezen, vergt dit ook andere dan juridische vaardigheden van de mediator. De Raad meent dat de kracht van mediation nu juist gelegen is in het feit dat het niet alleen over juridische posities gaat.

Verschillen tussen rechtsgebieden

De Raad brengt verder onder de aandacht dat mediation in het bestuursrecht anders is dan in het civiele recht. Bij bestuursrecht (waarbij een overheidsorgaan is betrokken) zijn vaak meerdere partijen betrokken. Dit betekent ook dat meer partijen aan mediation kunnen deelnemen. Onduidelijk is wie er kunnen deelnemen, en wat de uitkomst van een mediation voor personen of bedrijven betekent die niet hebben deelgenomen. 
Ook is van belang te onderkennen dat een overheidsorgaan gehouden is zonder vooringenomenheid het recht toe te passen en publiekrechtelijke macht uitoefent. Dit is wezenlijk anders dan in het civiele recht, waarbij partijen alleen voor zichzelf hoeven op te komen. De Raad adviseert dan ook in de wetgeving per rechtsgebied specifieker aandacht te besteden aan de beoogde toepassing van mediation.
 

Bron: de Rechtspraak

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Bronbelasting, Belastingrecht algemeen

1

Gerelateerde artikelen