Buitenlandse vrachtwagenchauffeurs die in Nederland werken en wonen moeten hier sociale premies afdragen, ook als ze formeel in dienst zijn van een bedrijf in het buitenland. Dat oordeelt de Centrale Raad van Beroep (CRvB) in een zaak over Cypriotische arbeidscontracten. De raad besloot dat de werkgevers van de internationale chauffeurs Nederlandse vervoersondernemingen zijn.

Het ging in de zaak om chauffeurs met een arbeidscontract bij een bedrijf in Cyprus. De chauffeurs wonen in Nederland en werken voor in Nederland gevestigde bedrijven. Voorheen waren de meeste chauffeurs in loondienst in Nederland, maar sinds 2011 was er een arbeidsovereenkomst met een bedrijf in Cyprus dat het salaris betaalde en de premies afdroeg aan Cyprus.

De CRvB, de hoogste rechter voor geschillen op het gebied van sociale verzekeringen, volgt een eerdere uitspraak van het Europese Hof van Justitie uit juli dit jaar. Het Europees recht stelt dat de wet van het land waar de werkgever gevestigd is van toepassing is. Volgens het Europees Hof is het gezag over de werknemer van belang, net als wie het salaris betaalt en een werknemer kan ontslaan.

Volgens de CRvB voldoet het bedrijf in Cyprus niet aan deze criteria, maar de Nederlandse vervoersbedrijven wel. De raad oordeelde ook dat de Sociale Verzekeringsbank, uitvoerder van volksverzekeringen, terecht de sociale wetgeving heeft toegepast. Om welke bedrijven het precies gaat, is niet bekend.

Bron: CRvB

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Premieheffing, Sociale zekerheid algemeen

1

Gerelateerde artikelen