Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de onderneming die het feitelijke gezag over een internationaal vrachtwagenchauffeur uitoefent, is aan te merken als diens werkgever. Ook moet deze onderneming het feitelijke gezag over hem uitoefenen, de loonkosten dragen en hem kunnen ontslaan.

Op 10 mei 2011 wordt belanghebbende, AFMB Ltd., te Cyprus opgericht. Zij sluit overeenkomsten met diverse in Nederland gevestigde vervoersondernemingen en met de vrachtwagenchauffeurs die voor deze ondernemingen werken. Volgens AFMB Ltd. is zij sinds dat moment de werkgever van de chauffeurs en is de Cypriotische socialezekerheidswetgeving vanaf dat moment van toepassing op de chauffeurs. De Svb is echter van mening dat de Nederlandse socialezekerheidswetgeving van toepassing blijft op de chauffeurs, omdat er na de tussenkomst van AFMB Ltd. nauwelijks iets is veranderd in de relatie tussen de chauffeurs en hun in Nederland gevestigde oorspronkelijke werkgevers. De Centrale Raad van Beroep stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU over de verzekeringsplicht van de internationale vrachtwagenchauffeurs die via het Cypriotische AFMB Ltd. werken.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de onderneming die het feitelijke gezag over een internationaal vrachtwagenchauffeur uitoefent, moet worden aangemerkt als diens werkgever. Verder moet deze onderneming ook het feitelijke gezag over hem uitoefenen, de loonkosten dragen en bevoegd zijn om hem te ontslaan. Als werkgever wordt niet aangemerkt de onderneming waarmee de vrachtwagenchauffeur een arbeidsovereenkomst heeft gesloten en die in deze overeenkomst formeel wordt aangewezen als zijn werkgever.

[Bron Uitspraak]

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Internationaal belastingrecht, Premieheffing, Sociale zekerheid algemeen

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 20 juli

22

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen