Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur geen aanleiding had om aan de juistheid van de IB-aangifte te twijfelen. Bovendien was deze verzorgd door een professionele gemachtigde.

De heer X en zijn echtgenote zetten in 2003 hun vof geruisloos om in een bv. Het gestorte aandelenkapitaal is € 18.000 en het agio € 662.000. In 2015 wordt het agio bij de notaris omgezet in aandelenkapitaal. Vervolgens wordt de waarde afgestempeld naar € 1 per aandeel. Hierdoor ontstaat een gezamenlijke vordering van X en zijn echtgenote op de bv van € 679.999. Deze vordering wordt verrekend met de koopsom van een onroerende zaak, die door hen in privé van de bv wordt overgenomen. In de IB-aangifte over 2015 is geen voordeel uit aanmerkelijk belang vermeld. In geschil is of de inspecteur dit voordeel alsnog door middel van navordering in de heffing kan betrekken.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur geen aanleiding had om aan de juistheid van de aangifte te twijfelen. Zijn onderzoeksplicht gaat niet zo ver dat hij, bij de enkele vermelding van een aantal aandelen, was gehouden om een onderzoek in te stellen. Bovendien was de aangifte verzorgd door een professionele gemachtigde. Er is dus wel een nieuw feit. Het beroep van X is ongegrond.

Lees ook het thema Navordering

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 20 juli

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen