Volgens A-G Wattel is geen cassatieberoep mogelijk tegen de beslissing van de rechtbank in verzet om de scheldende gemachtigde te weigeren wegens ernstige bezwaren.

X bv maakt bezwaar tegen een voldoening op aangifte van BPM. De inspecteur verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Rechtbank Gelderland verklaart eerst het beroep van X bv kennelijk ongegrond en daarna ook het verzet tegen die ongegrondverklaring. In de loop van het geding besluit de rechtbank de gemachtigde van X bv te weigeren wegens ernstige bezwaren (gescheld en getier). De geweigerde gemachtigde stelt namens X bv beroep in cassatie in.

Volgens A-G Wattel is geen cassatieberoep mogelijk tegen de beslissing van de rechtbank in verzet om de scheldende gemachtigde te weigeren. De geweigerde gemachtigde heeft namens X bv cassatieberoep ingesteld, maar bestrijdt met geen woord de ongegrondverklaring van het verzet of de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar. Hij bestrijdt alleen de weigering van de gemachtigde met beroep op EU-recht (art. 47 EU-Handvest, art. 267 VwEU en het vrije dienstenverkeer). Volgens A-G Wattel is dit geen cassatieberoep tegen een uitspraak als bedoeld in art. 8:55 lid 7 onderdelen a en b Awb en dus geen cassatieberoep zoals bedoeld in art. 28 lid 2 AWR, maar een poging tot zelfstandig cassatieberoep tegen de weigering. Dat laatste is echter niet mogelijk. Het cassatieberoep is daarom niet-ontvankelijk. Inhoudelijk snijdt het cassatieberoep overigens ook geen hout. De A-G geeft de Hoge Raad in overweging om deze gemachtigde voortaan in alle zaken te weigeren en X bv, die ondanks waarschuwingen is doorgegaan met deze gemachtigde, te veroordelen in de proceskosten.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 28

Algemene wet bestuursrecht 8:55

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

Editie: 20 juli

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen