Aanbieders van hypotheken waarmee huiseigenaren de overwaarde van hun woning kunnen verzilveren, hebben de risico's van deze leningen niet goed onderzocht. Dat concludeert de Autoriteit Financiële Markten (AFM) op basis van een onderzoek naar deze 'verzilverhypotheken'. Volgens de toezichthouder bestaat het gevaar dat kwetsbare, veelal oudere woningbezitters in de financiële problemen komen door de hypotheekvorm.
Verzilverhypotheken, ook wel opeethypotheken genoemd, zijn de laatste jaren aan een opmars bezig. Door de sterk gestegen huizenprijzen zijn veel woningen veel meer waard dan hun aankoopprijs. Oudere woningbezitters met weinig andere inkomsten hebben daardoor in theorie een hoog vermogen, maar kunnen dit nog niet benutten.
Verzilverhypotheken bieden die mogelijkheid wel, zonder dat eigenaren direct hun huis uit hoeven. De AFM vindt dat in principe een gunstige ontwikkeling, maar merkt op dat de hypotheken lang niet voor iedereen geschikt zijn. Zo is er de kans dat mensen met een restschuld blijven zitten door het krediet, bijvoorbeeld als de waarde van het huis sterk daalt. Daarnaast is het in bepaalde gevallen mogelijk dat mensen met een verzilverhypotheek ongewild moeten verhuizen, stelt de toezichthouder.
Dit soort risico's zijn niet voldoende meegenomen in de de ontwikkeling van de nieuwe hyptoheekproducten, stelt de AFM. Zo zijn de aanbieders, die de marktwaakhond niet bij naam noemt, niet goed nagegaan welke huizen voor onderpand geschikt zijn. Ook moeten ze beter onderzoeken wat een daling van de huizenprijzen, bijvoorbeeld als gevolg van een recessie, betekent voor de woningeigenaren.
Ook waarschuwt de autoriteit dat verzilverhypotheken relatief duur zijn. Dat komt doordat de rente niet direct wordt betaald, maar bij de overige hypotheekschuld wordt opgeteld. Daardoor betaal je uiteindelijk rente op rente. Veel woningeigenaren die munt willen slaan uit de overwaarde op hun huizen, zijn volgens de AFM daarom beter geholpen met goedkopere oplossingen.
Bron: AFM
Informatiesoort: Nieuws