Een huishouden met een eigen woning betaalt dit jaar gemiddeld 0,8 procent meer belasting aan de gemeente, de provincie en het waterschap. Die stijging ligt ruim onder de inflatie. De gemeentelijke lasten stijgen gemiddeld 0,7 procent, de waterschapslasten 1,7 procent en de provinciale lasten blijven gelijk.
Dat blijkt uit de Atlas van de Lokale Lasten die het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) van de Rijksuniversiteit Groningen vandaag presenteert. Een meerpersoonshuishouden met een koopwoning betaalt gemiddeld 1.312 euro aan gemeente (721 euro), provincie (259 euro) en waterschap (332 euro). De duurste plek om te wonen is Bloemendaal (1.900 euro), de goedkoopste Veenendaal (1.039 euro).

Huurders betalen 0,2 procent meer

Huurders betalen gemiddeld 870 euro, 0,2 procent meer dan vorig jaar. Daarvan gaat 358 euro naar de gemeente, 259 euro naar de provincie en 253 euro naar het waterschap. De goedkoopste plek om te wonen voor huurders is Nijmegen (570 euro), de duurste plek is Pijnacker-Nootdorp (1.243 euro).

‘Ondergrondse' belasting 33 procent hoger

De gemeentelijke precariobelasting op ondergrondse leidingen is afgeschaft, maar blijft door een overgangsregeling nog een paar jaar bestaan. Drinkwater- en netwerkbedrijven moeten deze heffing in diverse gemeenten betalen, en rekenen dit door in de prijs die consumenten moeten betalen. Ook aan klanten van netwerkbedrijven in gemeenten zonder precario. Doordat huishoudens niet direct worden belast, zit dit niet in de woonlastencijfers. Dit jaar betalen huishoudens gemiddeld 33 procent meer dan vorig jaar. Deze kosten zijn het hoogst voor inwoners van Lingewaard: 142 euro. Daarvan gaat een deel naar Lingewaard zelf en de rest naar andere gemeenten in het gebied van netwerkbedrijf Liander.

Ozb

Huurders betalen geen ozb; eigenaar-bewoners betalen gemiddeld 274 euro, 4 euro meer dan vorig jaar. Het gemiddelde ozb-tarief voor woningen stijgt 1,5 procent. De stijging is met 27 procent het sterkst in Voorschoten, dat de ozb verhoogt om een sluitende begroting te krijgen.

Macronorm

Elke gemeente mag de ozb-tarieven zo hoog maken als zij wil. Maar de Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft met de Rijksoverheid een afspraak gemaakt over de maximale stijging van de landelijke ozb-opbrengst: de macronorm. De ozb-opbrengst stijgt dit jaar 33 miljoen euro minder dan deze norm toelaat.

Afvalstoffenheffing stabiel

Alle huishoudens, huurders en eigenaar-bewoners, betalen afvalstoffenheffing. Meerpersoonshuishoudens betalen gemiddeld 253 euro. Dat is 0,1 procent meer dan vorig jaar. Het bedrag loopt uiteen van 34 euro in Nijmegen tot 395 euro in Enkhuizen. In Lansingerland daalt het tarief met 33 procent het meest. Dat komt door dalende kosten en een eenmalige korting.

Opmars diftar zet door

In steeds meer gemeenten wordt de afvalstoffenheffing per kilo afval, per lediging of per zak betaald (diftar). Hoe minder afval (bijvoorbeeld door veel afval te scheiden en naar de glasbak en de papierbak te brengen) hoe minder je betaalt. Dit jaar voeren zeven gemeenten diftar in. Van alle huishoudens valt nu 30 procent onder dit systeem. In 2000 was dit nog geen 10 procent. In diftar-gemeenten zijn huishoudens gemiddeld 15 procent goedkoper uit.

Rioolheffing 0,8 procent hoger

In veel gemeenten is de rioolheffing voor eigenaar-bewoners hoger dan voor huurders. In 106 gemeenten betalen huurders geen rioolheffing. In Winterswijk zijn huurders het meeste kwijt (371 euro voor een meerpersoonshuishouden). Gemiddeld betaalt een meerpersoonshuishouden met huurwoning 103 euro, 0,2 procent minder dan vorig jaar. Voor een koopwoning hoeft alleen in Oud-Beijerland geen rioolheffing te worden betaald. Eigenaar-bewoners betalen het meest in Gouda (442 euro). Het gemiddelde ligt op 194 euro, 0,8 procent meer dan vorig jaar.

Meer en hogere toeristenbelasting

Vijf (delen van) gemeenten voeren een toeristenbelasting in, zodat nu 81 procent van de gemeenten deze belasting heft. Het gemiddelde tarief stijgt met 8,7 procent tot 1,98 euro per overnachting.

Minder hondenbelasting

De hondenbelasting wordt minder populair. Tegenover één deel van een gemeente waar deze belasting wordt ingevoerd staan er negen waar hij wordt afgeschaft. 63 procent van de gemeenten heft nog hondenbelasting. Voor één hond betaal je gemiddeld 50 euro. Dat is 8,7 procent minder dan vorig jaar. Groningen is het duurst: 122 euro.

Bouwleges goedkoper

Leges voor een dakkapel van 10.000 euro bedragen gemiddeld 333 euro. Dat is 2,5 procent minder dan vorig jaar. De leges voor een uitbouw van 45.000 euro (1.334 euro) zijn gemiddeld 1,9 procent goedkoper geworden. De leges voor het bouwen van een nieuwe woning van 140.000 euro (3.925 euro) zijn gemiddeld 1,9 procent gedaald.

Provinciale belastingen

Het valt niet erg op, maar provincies heffen een opslag op de motorrijtuigenbelasting (opcenten). Gemiddeld 259 euro voor een benzineauto met het gewicht van een Golf. Noord-Holland is het goedkoopst (220 euro) en Drenthe het duurst (298 euro). De opcenten worden dit jaar in acht provincies niet veranderd. Het gemiddelde daalt met 0,1 procent.

Waterschapslasten

De waterschapslasten voor huurders stijgen gemiddeld 0,8 procent tot 253 euro. Deze stijging is het sterkst in Limburg (3,3 procent), in Drents Overijsselse Delta betalen huurders 4,3 procent minder dan vorig jaar.
 
Eigenaar-bewoners betalen gemiddeld 332 euro (+1,7 procent) aan het waterschap. In gemeente De Wolden in waterschap Drents Overijsselse Delta dalen deze lasten gemiddeld 5 procent, in Meerssen in waterschap Limburg stijgen ze met 5 procent.
 

Bron: RUG

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

0

Gerelateerde artikelen