De regels voor het aflossen van een spaar- of beleggingshypotheek worden per 1 januari versoepeld. Daardoor wordt het voor de huizenbezitters met een dergelijke hypotheekvorm in veel gevallen mogelijk om spaarsaldo in te zetten voor aflossing.
Met een spaarhypotheek is het mogelijk om met behoud van hypotheekrenteaftrek vermogen op te bouwen voor aflossing. Vanwege het belastingvoordeel zijn er strenge regels over opbouw en aflossing. Een daarvan is dat er minstens vijftien jaar of twintig jaar premie moet worden ingelegd om vrijstelling te krijgen. Vanaf 1 januari vervalt deze eis bij verhuizing naar een andere koopwoning.
 
Overheidsplatform Wijzer in geldzaken roept consumenten die overwegen te gaan aflossen wel op eerst alle gevolgen goed af te wegen. Zo zitten bij een spaarhypotheek de kosten vaak aan het begin van de looptijd. Vervroegd aflossen hoeft volgens Wijzer in geldzaken daardoor niet per se financieel gunstig te zijn. Ook kan een dergelijke stap zorgen voor een hogere resthypotheek aan het einde van de looptijd dan wanneer was doorgegaan met opbouwen.
 
Sinds 2013 geldt voor huizenkopers dat ze alleen hypotheekrenteaftrek krijgen als ze de hypotheek jaarlijks en binnen dertig jaar helemaal aflossen.
 
Zie ook de belangrijkste wijzigingen voor eigenwoningbezitters.

 

Bron: ANP

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Inkomstenbelasting

0

Gerelateerde artikelen