Succesvolle controles
De afdrachtvermindering onderwijs mag dan per 1 januari 2014 zijn afgeschaft, de controles op een juiste toepassing van de afdrachtvermindering sinds 2008 blijven voorlopig op grote schaal doorgaan. Inmiddels zijn miljoenen nageheven in de transportsector, zorgsector, de uitzendbranche en de bouwsector. De miljoenennaheffingen in de transportsector hebben recent geleid tot kritische vragen vanuit de Tweede Kamer. Er bestaan twijfels of de van toepassing zijnde voorwaarden wel helder zijn gecommuniceerd en of er interpretatieverschillen mogelijk zijn? Daarbij speelt met name de vraag of een werkgever de afdrachtvermindering onderwijs ook mocht toepassen voor een deelkwalificatie of deelopleiding?
Tijdens de plenaire behandeling van het Belastingplan 2015 in de Tweede Kamer benadrukt staatssecretaris Wiebes van Financiën dat de Belastingdienst alleen de wet uitvoert. "De Belastingdienst bepaalt niet wat de voorwaarden zijn en ook niet of iets onderwijs is. De Belastingdienst bepaalt ook niet of het gaat om een afgeronde opleiding of om een module."
De Belastingdienst toetst dus alleen of de wet goed is uitgevoerd, maar dat geeft geen antwoord op de vraag of de voorwaarden voor toepassing van de afdrachtvermindering duidelijk genoeg zijn vastgelegd in de wetgeving en van meet af aan helder zijn gecommuniceerd aan werkgevers.
Daar lijkt het met name bij deelkwalificaties of deelopleidingen aan te schorten. Wat Wiebes betreft is dat niet het geval. Volgens de bewindsman moet het gaan om het volgen van een volledige opleiding. De afdrachtvermindering is niet van toepassing als er alleen met modules is gewerkt. Tevens geeft Wiebes aan dat bij geschillen over de afdrachtvermindering onderwijs door de rechter meermalen is bevestigd dat de regeling door de Belastingdienst correct is uitgevoerd en dat de wet gewoon is nageleefd.
Enige nuancering is nodig. De praktijk kijkt namelijk reikhalzend uit naar een op zéér korte termijn te verwachten hofuitspraak of ook bij deelkwalificaties de afdrachtvermindering mocht worden geclaimd. Mogelijk volgt daarna nog de gang naar de Hoge Raad voor een eindoordeel over een juiste toepassing en correcte lezing van de wet.
Verandering van spelregels
Door de stellige houding van Wiebes en de Belastingdienst lijkt het of de spelregels van de afdrachtvermindering onderwijs voor alle partijen vanaf het begin af aan duidelijk waren. Dat dit niet helemaal het geval is komt onder andere naar voren in een in september 2012 verschenen evaluatie van de afdrachtvermindering onderwijs 2006-2011 door Regioplan, in opdracht van het ministerie van OCW. Deze evaluatie bevat onder meer aangedragen verbetermogelijkheden door vertegenwoordigers van de ministeries van Financiën en OCW. Een van de suggesties luidt als volgt: 'het expliciet vastleggen dat de afdrachtvermindering beperkt is tot deelname aan een volledige opleiding waarbij sprake is van streven naar het behalen van een diploma.' Dit impliceert op z'n minst dat hierover in de praktijk onduidelijkheid heeft bestaan.
Kwestie van interpretatie
Dat het eerst allemaal niet zo duidelijk was, blijkt volgens Bource ook uit een aanscherping in 2012 van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) die op onderdelen van toepassing is op de afdrachtvermindering onderwijs. "In de definitie van het begrip opleiding werd tot 1 januari 2012 ook gesproken over onderdelen en deelkwalificaties. De praktijk heeft dit deels zo geïnterpreteerd dat ook onderdelen van een opleiding voldoen aan het onderwijsbegrip en dus voor de afdrachtvermindering onderwijs in aanmerking kwamen. Per 1 januari 2012 is het onderwijsbegrip door de wetgever aangescherpt. Nu is aangegeven dat een beroepsopleiding een onderwijstraject is, gericht op het behalen van een kwalificatie in het beroepsonderwijs, waar als bewijs een diploma voor wordt uitgereikt. Deze definitie sluit deelopleidingen/deelkwalificaties uit en is voor de praktijk dus een stuk helderder."
Verhard standpunt deelkwalificatie
Ondanks het feit dat de wetgeving in het verleden voor verschillende interpretaties vatbaar was, hanteert de Belastingdienst bij controles het standpunt dat altijd sprake moet zijn van een volledige opleiding. Ongeacht of dit nu speelde in bijvoorbeeld het jaar 2009 of het jaar 2012. Die starre houding is wat Bource betreft niet terecht. "In het verleden was dit voor de Belastingdienst ook niet helemaal duidelijk en werd hier eerst bij controles nog soepel mee omgegaan. Bij de nu uitgevoerde controles is dat niet meer het geval en dat voelt onrechtvaardig. Het is alsof de spelregels zijn veranderd, terwijl het spel is afgelopen. De wetgever heeft onduidelijke wetgeving gecreëerd voor de afdrachtvermindering onderwijs, en de goedwillende werkgever moet hier nu voor op de blaren zitten. "
Enige coulance
"Nu in veel gevallen geen sprake is van bewust misbruik van de afdrachtvermindering, maar puur van een onjuiste toepassing als gevolg van een verkeerde interpretatie door onduidelijke wetgeving, mag de wetgever ook de hand in eigen boezem steken," aldus Bource. "Enige coulance naar de goedwillende werkgever die details van de regeling niet tot in de finesse hoeft te beheersen en uit mag gaan van de door de Belastingdienst en onderwijsinstellingen verstrekte informatie, is op z'n plaats."
Harde opstelling bij ondertekening
Dat de Belastingdienst de voorwaarden voor de afdrachtvermindering zéér strikt uitlegt, blijkt ook uit het feit dat bij de controles wordt getoetst of de leer-werkovereenkomst dan wel de onderwijsarbeidsovereenkomst voorafgaande aan de opleiding is ondertekend door alle partijen. Ook dit staat volgens Bource niet overduidelijk in de wetgeving. "Uiteraard staat er wel dat de overeenkomst moet zijn ondertekend, maar vooraf is niet expliciet gesteld. In de praktijk is dat ook lastig gebleken. Het zijn namelijk altijd vier partijen die moeten tekenen: werknemer, werkgever, onderwijsinstelling en het kenniscentrum. Daar gaat tijd overheen, waardoor scholing alvast was begonnen voordat elke partij zijn handtekening had gezet. Ook hier is geen sprake van opzet, is onderwijs gewoon gevolgd en mag van de Belastingdienst daarom een minder starre houding worden verwacht. Van ondertekening naar vooraf ondertekening is ook hier immers een kwestie van interpretatie."
Bron: Redactie TaxLive
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Loonbelasting