Een Vereniging van Eigenaren (VvE) besluit om verhuur van appartementen via AirBnB aan toeristen als proef te gedogen. De rechtbank oordeelt dat dit besluit strijdig is met het splitsingsreglement waarin staat dat het verboden is het appartement als pensionbedrijf te exploiteren.
De zaak (
Rechtbank Amsterdam, 14 januari 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:2120) verloopt als volgt. Een VvE vertegenwoordigt de eigenaren van elf appartementen. In het splitsingsreglement staat dat het niet is toegestaan de appartementen te exploiteren als pension- of kamerverhuurbedrijf. De VvE besluit om de korte termijn verhuur als proef te gedogen. Drie van de elf appartementseigenaren stemmen tegen dit besluit. Zij wenden zich vervolgens tot de rechter met het verzoek dit besluit van de VvE nietig te verklaren. De rechter oordeelt dat bij verhuur via AirBnB sprake is van exploitatie van het appartement als pension. Het besluit van de VvE is strijdig met het splitsingsreglement en derhalve nietig.Belang voor de praktijk
De eigendom van een gebouw kan gesplitst zijn in appartementsrechten. Elk appartementsrecht is dan een deel van het eigendomsrecht op een gebouw. De eigenaren van de appartementen hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het hele gebouw. In boek 5 BW is geregeld dat de rechten en plichten van een appartementseigenaar moeten worden vastgelegd in een 'reglement van splitsing', dat onderdeel uitmaakt van de splitsingsakte. De uitspraak van de rechtbank Amsterdam maakt duidelijk dat een appartementsrecht qua zeggenschap zijn beperkingen kent. De koper van een appartement doet er goed aan om zich vooraf te verdiepen in het splitsingsreglement en de splitsingsakte.
Als er geen sprake is van een appartementsrecht dan staat het de eigenaar van een woning in beginsel volledig vrij zijn woning te verhuren. Is de woning echter (deels) gefinancierd met een hypothecaire geldlening dan staat de geldverstrekker tijdelijke verhuur in de regel niet toe. Een uitzondering is verhuur van de woning onder de leegstandswet, bijvoorbeeld als de woning al enige tijd te koop staat. Deze uitzondering wordt toegestaan omdat de huurder dan geen huurbescherming geniet en bij verkoop de woning moet verlaten.
Een tweede uitzondering vormt de zogeheten 'diplomatenclausule'. Bij uitzending naar het buitenland mag de eigenaar zijn woning (onder voorwaarden) tijdelijk verhuren. Het besluit om de woning gedurende de uitzendperiode te verhuren heeft overigens ook fiscale gevolgen. Bij verhuur wordt niet meer voldaan aan de uitzendregeling van artikel 3.111 lid 6 Wet IB 2001 en verhuist de woning naar box 3. Het is aan te raden in dit soort situaties contact op te nemen met de geldverstrekker.
De gemeente Amsterdam heeft beleid ontwikkeld ten aanzien van de verhuur via AirBnB. Verhuur is toegestaan gedurende maximaal 60 dagen per jaar, aan maximaal 4 toeristen. Op die regeling deden de aspirant verhuurders een beroep. Volgens de rechter is dit beleid van de gemeente niet relevant. Het zou pas relevant zijn indien de VvE toestemming zou kunnen geven voor een dergelijke verhuuur en dat bleek niet het geval.
Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden
5