Nederland heeft het makkelijker gemaakt voor start-ups om personeel met bijzondere expertise uit het buitenland aan te nemen. Dat meldt start-uporganisatie Techleap.
"Er is in Nederland een tekort aan technisch geschoolde mensen, zeker sinds de digitalisering ook buiten de techniek een vlucht heeft genomen", zegt Marloes Mantel, talentdirecteur van Techleap. Er is in Nederland al lang sprake van krapte op dat deel van de arbeidsmarkt. Nederland telde in 2019 meer dan 4000 start-ups. Dat zijn jonge en innovatieve bedrijven die snel groeien en gebruik maken van nieuwe technologie.
Om van de kennismigrantenregeling gebruik te kunnen maken moet een bedrijf normaliter een salaris betalen van minstens 4752 euro per maand. Voor start-ups wordt dat 2497 euro. Als aanvulling daarop krijgt de medewerker een aandeel van minstens 1 procent in het bedrijf. "Dat sluit veel beter aan bij de beloningsstructuren die horen bij start-ups", aldus Mantel.
Een andere eis van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is dat de start-up maximaal vijftien medewerkers mag hebben. Daarvan mogen er hoogstens vijf gebruikmaken van de versoepelde regeling. De proef duurt vier jaar.
De investeringen in Nederlandse start-ups stegen in het eerste kwartaal van dit jaar naar een nieuw record. In de eerste maanden van 2021 werd voor 715 miljoen euro in deze ondernemingen geïnvesteerd, meldde KPMG op basis van onderzoek naar start-upinvesteringen wereldwijd.
Bron: Techleap
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Arbeidsrecht