Een consument beklaagt zich bij de geschillencommissie van het Kifid over de te hoge loonbelasting die de verzekeraar heeft afgedragen aan de Belastingdienst bij de afkoop van een levensverzekering. Volgens de consument heeft de verzekeraar geen rekening gehouden met zijn aftrekposten. Het Kifid wijst de klacht af omdat de verzekeraar de positie heeft als inhoudingsplichtige en de consument de eventueel teveel ingehouden belasting kan corrigeren met zijn IB-aangifte.
Het bezwaar van de consument richtte zich op de tegenprestatie in de zin van art. 25 lid 1 onder g Wet IB 1964 en de aftrekbare verwervingskosten in de zin van art. 35 lid 3 Wet IB 1964. De consument wil dat de verzekeraar dit corrigeert maar de geschillencommissie constateert dat er geen verklaring van de Belastingdienst is overgelegd om de lagere inhouding te rechtvaardigen.
Bovendien stelt de geschillencommissie dat het niet mogelijk is binnen het stelsel van heffing van loon- en inkomstenbelasting dat een dergelijke teruggaaf – zo het daarvan zou komen – kan worden gegeven aan de verzekeraar. De verzekeraar moest volstaan met inhouding en afdracht volgens de toepasselijke loonbelastingtabellen. Deze hebben als zodanig altijd een globaal karakter. Individueel maatwerk door de belastingplichtige zelf via de aangifte IB is hier de enige weg.
De volledige uitspraak met nummer 2021-0627 staat op de website van het Kifid.
Bron: Kifid
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting