Er moet iets gebeuren om de btw toekomstbestendig te maken en de uitwassen van de overgangsregeling, zoals de regeldruk en de onuitroeibare fraude, te bestrijden. Er is ook een ander adagium: dat de geschiedenis zich herhaalt. Indien dit de overhand krijgt, gebeurt er niets of stemmen de lidstaten opnieuw in met een slap aftreksel dat meer nadelen kent dan voordelen.

Toevallig kreeg ik het boek Canon van het Recht (Ars Aequi Libri 2010) in handen en ik besefte dat ik weinig weet van de geschiedenis van het recht. Slordig voor iemand met veel interesse voor geschiedenis in het algemeen. Het boek bevat 50 hoofdstukken die zijn gewijd aan hoogtepunten in de geschiedenis van het recht. Het Unierecht ontbreekt niet, tot mijn vreugde, evenals bijvoorbeeld de codificatie van het Romeinse recht of de juridische neerslag van de Verlichting. Van de geschiedenis van het Unierecht weet ik meer dan van die van de overige genoemde rechtsstelsels. Dat is toch wel een gemis, aangezien vooral in conclusies van de advocaten-generaal van het Hof van Justitie EU is te lezen dat het Unierecht mede wordt gevormd door de juridische tradities van de lidstaten die op hun beurt zijn terug te voeren op het Romeinse recht en de Verlichting. Het Unierecht is inmiddels enkele decennia oud, qua leeftijd een kleuter in verhouding tot bijvoorbeeld het Romeinse recht. Qua inhoud en diepgang is het Unierecht inmiddels volwassen te noemen. Het vormt, vooral dankzij het Hof van Justitie EU, een autonome rechtsorde en heeft het nationale recht van de lidstaten ingrijpend beïnvloed. Zelfs zo ingrijpend dat het Verenigd Koninkrijk koste wat kost onder deze invloed uit wil. Ik vind dit nog steeds onbegrijpelijk en hartverscheurend.

Niet alle onderdelen van het Unierecht zijn even goed ontwikkeld. In vergelijking met het douanerecht, dat geheel is geüniformeerd en de lidstaten slechts op het niveau van de uitvoering enige ruimte laat, maakt de btw een beetje een zieltogende indruk. Aan de inspanningen van de achtereenvolgende Commissies kan dit niet liggen. De lijst met ingediende en later ingetrokken of onherkenbaar gewijzigde richtlijnvoorstellen is lang. De laatste echt ingrijpende wijziging is ingezet door de Commissie Delors die uitblonk in visie en daadkracht. Deze Commissie zag zich voor de moeilijke opgave gesteld het vrije verkeer van goederen te reguleren en te organiseren. In de praktijk is dit goed gelukt, soms tot chagrijn van de lidstaten. Niet alleen de legale handel profiteert van open grenzen. Deze Commissie had ook voor de btw een visie op een geheel nieuw, definitief systeem, namelijk heffing in de lidstaat van oorsprong met een verrekensysteem tussen de lidstaten. De lidstaten kwamen erachter dat de opbrengsten hierdoor anders over de lidstaten zouden worden verdeeld en het verrekensysteem een bron van discussie zou worden. En dan druk ik me netjes uit. Het feest ging niet door en uit arren moede werd een overgangsregeling ingevoerd die ruim 25 jaar later nog steeds dienst doet. De nadelen ervan zijn genoegzaam bekend.

De huidige Commissie Juncker heeft de handschoen opgepakt en probeert alsnog een definitief systeem in te voeren. Zij heeft onlangs een indrukwekkend aantal voorstellen gepubliceerd, gebaseerd op het bestemmingslandbeginsel en met flankerende maatregelen voor groepen belastingplichtigen die om de een of andere reden een andere behandeling nodig hebben. Indachtig de titel van deze column is het actieplan van de huidige Commissie verklaarbaar. Er moet iets gebeuren om de btw toekomstbestendig te maken en de uitwassen van de overgangsregeling, zoals de regeldruk en de onuitroeibare fraude, te bestrijden. Er is ook een ander adagium en dat is dat de geschiedenis zich herhaalt. Indien dit adagium de overhand krijgt, gebeurt er niets of stemmen de lidstaten opnieuw in met een slap aftreksel dat meer nadelen kent dan voordelen. Dat mag niet gebeuren. Maar ik vrees het ergste.

 

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

20

Gerelateerde artikelen