Advocaat-generaal Kokott concludeert dat het Gerecht blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door de steekproef van de EC ten onrechte te kwalificeren als rechtens niet genoegzaam representatief en ontoereikend om een vaste administratieve praktijk te bewijzen.

België en Magnetrol International (een van de begunstigden) stellen beroep in tegen de beschikking van de Europese Commissie dat de Belgische regeling betreffende de overwinsten van multinationale ondernemingen een verboden steunregeling vormde. Het Gerecht oordeelt dat de bepalingen die de EC heeft aangedragen als basis van de vermeende steunregeling niet alle essentiële elementen van die regeling bevatten. Verder stelt het Gerecht vast dat de Belgische Belastingdienst over een beoordelingsruimte beschikte met betrekking tot het vrijstellingsstelsel waardoor de hoogte en overige kenmerken van de vrijstelling kon worden beïnvloed, wat ook het bestaan van een steunregeling uitsluit. Ook kan volgens het Gerecht niet worden geconcludeerd dat de begunstigden van de vermeende steunregeling op ‘algemene en abstracte wijze zijn omschreven’ of de Belgische belastingautoriteiten een systematische benadering hebben gevolgd ten aanzien van alle betrokken rulings. De EC gaat in beroep.

Advocaat-generaal Kokott concludeert dat het Gerecht blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door de steekproef van de EC ten onrechte te kwalificeren als rechtens niet genoegzaam representatief en ontoereikend om een vaste administratieve praktijk te bewijzen. Ook heeft het Gerecht, met de vaststelling dat verdere uitvoeringsmaatregelen vereist zouden zijn geweest, blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting. Verder is de A-G nog van mening dat het Gerecht de omschrijving van de begunstigden in de regeling ten onrechte als niet algemeen en abstract heeft gekwalificeerd. Het Gerecht is er dan ook ten onrechte van uitgegaan dat niet is voldaan aan de voorwaarden van art. 1 onderdeel d EU-verordening 2015/1589. De EC heeft namelijk toereikend uiteengezet dat de Belgische praktijk inzake de neerwaartse aanpassing van de winst van een multinationale groep van vennootschappen een steunregeling vormt in de zin van art. 1 onderdeel d EU-verordening 2015/1589. De A-G adviseert het Hof van Justitie EU om de zaak terug te wijzen naar het Gerecht.

Wetsartikelen:

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 107

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)

Editie: 4 december

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen