Hof Arnhem-Leeuwarden vermindert de aan een administratiekantoor opgelegde vergrijpboeten die zijn opgelegd bij de naheffingsaanslagen BTW.
Belanghebbende, vof X, drijft een administratiekantoor. Bij een boekenonderzoek wordt geconstateerd dat vof X, onder andere, ten onrechte het kasstelsel heeft toegepast. Gevolg zijn de in geschil zijnde naheffingsaanslagen BTW over verschillende jaren met bijbehorende art. 10a AWR-boeten en vergrijpboeten op grond van art. 67f AWR.
Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden is de inspecteur erin geslaagd aannemelijk te maken dat X wist dat stelselmatig te weinig omzetbelasting op aangifte is voldaan. Daarbij komt dat X heeft erkend in de betreffende jaren financieel in moeilijke omstandigheden te hebben verkeerd. Het gaat om aanzienlijke verschillen tussen de administratie en de ingediende aangiften. Een boete van 50% wegens voorwaardelijk opzet is in beginsel op zijn plaats. Het hof stelt de art. 67f-boeten uiteindelijk, ook rekening houdend met overschrijding van de redelijke termijn, vast op 13,5% van de nageheven belasting. De art. 10a-boeten blijven gehandhaafd op de door de inspecteur vastgestelde bedragen omdat daartegen geen bezwaar is gemaakt. Het hoger beroep van X is gegrond.
Lees ook het thema: Verzuim- en vergrijpboetes: Een kwestie van verschil
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 10a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 4 december