Belanghebbende, X, woont sinds 2006 in Spanje en geeft een tijdelijk verblijf in de Dominicaanse Republiek door aan de SVB, waarna dit als woonadres in de Registratie Niet-Ingezetenen van de Belastingdienst verschijnt. De Belastingdienst stuurt de aanslagen IB/PVV 2017 en 2018 naar dit onvolledige adres. De inspecteur verklaart het bezwaar van X wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk maar vermindert de aanslagen ambtshalve tot nihil.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de Belastingdienst de aanslagen formeel juist heeft bekendgemaakt door verzending naar de Dominicaanse Republiek maar dat de overschrijding van de bezwaartermijn voor X, die inmiddels in Spanje woont, wel verschoonbaar is. Voor dat laatste is van belang dat X geen fiscale band meer met Nederland had en niet kon weten dat een adreswijziging bij de SVB gevolgen had voor de Belastingdienst. De rechtbank verklaart het bezwaar alsnog ontvankelijk en vernietigt de verzuimboete wegens AVAS, omdat de uitnodigingen tot het doen van aangifte en de aanmaningen X nooit hebben bereikt. De rechtbank wijst het verzoek om ISV af, omdat de redelijke termijn in de hoofdzaak niet is overschreden en de boete lager was dan € 1.000.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:11

Algemene wet bestuursrecht 6:7