Hof Den Haag oordeelt dat tapijthandelaar X belastingplichtig is voor het bedrijfsreinigingsrecht, maar dat de aanslagen toch komen te vervallen in verband met opgewekt vertrouwen. 

Belanghebbende, X, is een vennootschap onder firma die in de gemeente Rotterdam een kleinhandel in tapijten exploiteert. In geschil is of de gemeente X terecht heeft aangeslagen in de heffing van bedrijfsreinigingsrecht.

Hof Den Haag oordeelt dat tapijthandelaar X belastingplichtig is voor het bedrijfsreinigingsrecht, maar dat de aanslagen toch komen te vervallen in verband met opgewekt vertrouwen. De heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam heeft naar aanleiding van een bezwaarschrift van X de aanslag 2006 vernietigd en vervolgens tot en met 2010 geen aanslag opgelegd aan X. Het jarenlang achterwege laten van het opleggen van aanslagen, in samenhang met de uitspraak op het bezwaar 2006, heeft volgens het hof bij X de indruk kunnen wekken dat daaraan een bewuste standpuntbepaling van de heffingsambtenaar ten grondslag lag. Deze standpuntbepaling is niet kenbaar in strijd met de wet, zodat X hieraan vertrouwen kon ontlenen. Het hof verklaart het hoger beroep van X gegrond en vernietigt de aanslagen bedrijfsreinigingsrecht over de jaren 2011 tot en met 2013.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 229

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Den Haag

7

Gerelateerde artikelen