Belanghebbende (X) is enig bestuurder van stichting D. In 2006 wordt hij aansprakelijk gesteld voor een onbetaald gebleven LB-naheffingsaanslag van D van € 588.851. Bij de afwikkeling van zijn bezwaar tegen de IB-aanslag 2008 verzoekt belanghebbende de inspecteur om rekening te houden met een voorziening van € 100.000 voor de aansprakelijkheidsschuld. Volgens belanghebbende moet de schuld namelijk worden behandeld als ROW. De inspecteur houdt echter geen rekening met een voorziening.
Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de aansprakelijkheidsschuld niet anders kan worden gekwalificeerd dan als negatief belastbaar loon. De rechtbank overweegt daarbij dat belanghebbende zijn werkzaamheden als bestuurder van D in dienstbetrekking heeft verricht. De rechtbank verwerpt vervolgens belanghebbendes stelling dat de schuld in 2008 vorderbaar en inbaar was. De rechtbank wijst er hierbij op dat in 2008 beroep in cassatie tegen de aansprakelijkstelling aanhangig was en dat er daarom uitstel van betaling was verleend. Hierdoor kon belanghebbende niet tot onverwijlde betaling van de schuld worden gedwongen. Het gelijk is aan de inspecteur.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting
Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage