Belanghebbende, X bv, heeft aan haar dga A gedurende het gehele jaar 2006 een BMW 730D ter beschikking gesteld. Voor deze auto heeft dat jaar geen forfaitaire bijtelling plaatsgevonden. Ook is geen "Verklaring geen privé gebruik auto" aangevraagd. Naar aanleiding van een boekenonderzoek worden de in geschil zijnde naheffingsaanslag loonheffingen en een vergrijpboete opgelegd. Ter motivering van het bezwaarschrift hiertegen heeft X bv achter af een rittenregistratie opgemaakt. Hierin is aangegeven dat met de auto in het jaar 2006 411 km privé is gereden. Het beroep van X bv is ongegrond. X bv komt in hoger beroep. Hof Amsterdam beslist in navolging van de rechtbank dat X bv noch met de overgelegde rittenregistratie, noch op andere wijze overtuigend heeft aangetoond dat er met de auto minder dan 500 kilometer privé is gereden. X bv kan grove onachtzaamheid worden verweten. De boete van 25% is passend en geboden. De omstandigheid dat X bv naar beste weten en kunnen (achteraf) de rittenregistraties heeft opgesteld, levert geen disculpatiegrond op voor wat betreft de beboetbaarheid van het handelen van X bv. Het hoger beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 13bis
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f