Rechtbank Noord-Holland handhaaft de aan de ontbonden stichting opgelegde naheffingsaanslagen maar vernietigt betalings- en aangifteverzuimboetes.

Belanghebbende, stichting X (hierna: X) is opgericht door haar bestuurder A. Voor de jaren 2008 tot en met 2013 heeft A een persoonsgebonden budget toegekend gekregen op grond van de AWBZ en de WMO. Alle zorg die budgethouder A nodig heeft wordt ingekocht bij X. X heeft overeenkomsten gesloten met diverse personen als zorgverleners voor een aantal uren in de week. In het kader van een boekenonderzoek verzoekt de inspecteur X om informatie over de door A ingekochte zorg over de jaren 2008 tot en met 2012. X verstrekt de verzochte informatie niet. De inspecteur concludeert vervolgens dat X voor de betreffende jaren als inhoudingsplichtige loonheffingen verschuldigd is in verband met de werkzaamheden van zorgverleners. X gaat niet in op de uitnodiging van 2 september 2013 om aangiften loonheffingen te doen. Op 7 februari 2013 is X ontbonden en opgehouden te bestaan. Eind november 2013 neemt de inspecteur op naam van X een informatiebeschikking omdat zij niet zou hebben voldaan aan de informatieplicht. Vervolgens worden de in geschil zijnde naheffingsaanslagen loonheffingen en betalingsverzuimboetes en aangifteverzuimboetes opgelegd. X komt in beroep.

Volgens Rechtbank Noord-Holland staat de ontbinding van X niet in de weg aan het opleggen van naheffingsaanslagen aan X (vgl. HR 19 september 2003, nr. 38372, BNB 2003/370, V-N 2003/48.7). Vaststaat dat de zorgverleners in de betreffende jaren in dienstbetrekking waren van inhoudingsplichtige X . De naheffingsaanslagen worden gehandhaafd. De rechtbank beslist vervolgens dat de boetes dienen te worden vernietigd (de betalingsverzuimboete voor 2009 deels) om de volgende redenen. De betalingsverzuimboete voor 2008 is buiten de termijn van 5 jaar opgelegd. Voor de aangifteverzuimboetes geldt dat X pas nadat zij was ontbonden en opgehouden te bestaan is uitgenodigd (2 september 2013) tot het doen van aangifte. Nu X niet meer bestond op het moment dat de aangifteplicht ontstond kan niet worden gezegd dat sprake is van een door haar begaan aangifteverzuim in de zin van artikel 67b Awr.  De betalingsverzuimboetes voor de jaren 2010 tot en met 2013 moeten ook vervallen omdat de boetebeschikkingen zijn genomen op het moment dat X was ontbonden (en opgehouden te bestaan).  Voor de betalingsverzuimboete voor het jaar 2009 geldt dat rekening moet worden gehouden met het feit dat de vierde tranche is ingevoerd per 1 juli 2009. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67b

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Algemene wet inzake rijksbelastingen 47

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 3 augustus

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen