Omdat er behoefte bestaat aan nadere informatie en duidelijkheid over de verdragsrelaties met de voormalige Sovjet- en Joegoslavische republieken, heeft de Staatssecretaris van Financiën zijn besluit van 22 september 2009 (V-N 2009/48.10) geactualiseerd.
Het belastingverdrag (Trb. 1982, 41) en socialezekerheidsverdrag (Trb. 1977, 156) met het voormalige Joegoslavië worden voortgezet in de relatie met Bosnië-Herzegovina, Montenegro en Servië. Met Kroatië, Noord-Macedonië en Slovenië zijn afzonderlijke belastingverdragen gesloten. Met Kroatië en Slovenië is voor de sociale zekerheid Verordening (EU) nr. 883/2004 van toepassing. Met Noord-Macedonië is een Verdrag inzake sociale zekerheid gesloten (Trb. 2005, 326). Omdat met Kosovo sinds 1 september 2018 een verdragsloze situatie is ontstaan, keurt de staatssecretaris goed dat tot 1 januari 2019 het belastingverdrag met voormalig Joegoslavië wordt toegepast. Vanaf 1 januari 2019 geldt het Besluit voorkoming van dubbele belasting 2001.
Met Armenië, Azerbeidzjan, Wit-Rusland, Estland, Georgië, Kazachstan, Letland, Litouwen, Moldavië, Oekraïne, Oezbekistan respectievelijk de Russische Federatie zijn afzonderlijke belastingverdragen gesloten. Met Kirgizstan is een verdragsloze situatie ontstaan. De staatssecretaris keurt goed dat het belastingverdrag met de voormalige Sovjet-Unie (Trb. 1987, 45) voor de periode 1 januari 2010 tot 1 januari 2019 voor wat betreft Nederland wordt toegepast. Met ingang van 1 januari 2019 geldt het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001. Met Tadzjikistan is het belastingverdrag met de voormalige Sovjet-Unie van toepassing gebleven. Met Turkmenistan kan sinds 1 januari 2010 een beroep worden gedaan op het Besluit voorkoming van dubbele belasting 2001.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 31 december