De heer X is als (middellijk) oud-bestuurder aansprakelijk gesteld voor de loonbelastingschulden van E bv. X stelt dat hij – ondanks de inschrijving in het handelsregister - feitelijk geen bestuurder van de bv is geweest en geen enkele bestuurstaak heeft uitgevoerd. De bv kon vanwege een taakstraf van de feitelijke bestuurder, de heer F, namelijk geen vervoersvergunning krijgen en met X als formeel bestuurder kon dat wel. Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat X regelmatig optrad als adviseur van de feitelijke bestuurder, maar daaruit kan niet worden geconcludeerd dat X ook bestuurshandelingen heeft verricht. X maakt aannemelijk dat hij gedurende de periode dat hij stond ingeschreven als (middellijk) bestuurder van de bv, niet als zodanig functioneerde. De ontvanger weerspreekt dit door in hoger beroep te stellen dat X de vervoersvergunning voor de bv heeft aangevraagd.
Hof 's-Gravenhage oordeelt dat X aannemelijk maakt niet als bestuurder te hebben gefunctioneerd, aangezien door X gemotiveerd is weersproken dat hij de vervoersvergunning heeft aangevraagd. Weliswaar blijkt uit het dossier dat X na zijn bestuursperiode F heeft geadviseerd en heeft bijgestaan, maar hieruit kan niet worden afgeleid dat X handelingen als bestuurder heeft verricht. Het beroep van de ontvanger is ongegrond.