Rechtbank Den Haag oordeelt dat X de ingehouden bronbelasting niet mag verrekenen omdat de artiestenbepaling van artikel 17 OESO-modelverdrag niet van toepassing is. X kwalificeert namelijk niet als artiest omdat zij niet optreedt voor een publiek.

X houdt zich bezig met de exploitatie van een platenmaatschappij, geluidstudio en muziekuitgeverij, muziekproductie, exploitatie van beeld- en geluiddragers en het optreden als artiest. Van 2008 tot en met mei 2018 werkt zij samen met anderen in een groep die optredens verzorgt in binnen- en buitenland. De in het buitenland ingehouden bronbelasting brengt de groep in mindering op het te verdelen bedrag. De groep verdeelt de gage vervolgens onder de leden. In geschil is onder andere de vraag of X de ingehouden bronbelasting over de door de groep ontvangen gages naar rato van haar aandeel in de opbrengst mag verrekenen.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat X niet kwalificeert als artiest. X produceert de gedraaide muziek, maar treedt niet zelf op. Daarom is de toewijzingsbepaling voor artiesten in artikel 17 van het OESO-modelverdrag niet van toepassing. De inspecteur heeft de verrekening van bronheffing terecht gecorrigeerd. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Besluit OESO-commentaar op artikel 15 en 17 OESO-modelverdrag (ontslagvergoedingen in grensoverschrijdende situaties, publieksgericht optreden) 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Internationaal belastingrecht

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 18 juli

86

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen