De Staatssecretaris van Financiën heeft geantwoord op vragen van het Tweede Kamerlid Omtzigt over de invoering van het minimumloon en de eerstedagsmelding in Duitsland en de forse administratieve lasten die dat oplevert voor Nederlandse werkgevers.

Brief Staatssecretaris van Financiën van 29 januari 2015, nr. DGB/2015/294U  

De Staatssecretaris van Financiën heeft geantwoord op vragen van het Tweede Kamerlid Omtzigt over de invoering van het minimumloon en de eerstedagsmelding in Duitsland en de forse administratieve lasten die dat oplevert voor Nederlandse werkgevers.

Hij deelt mee dat op grond van het Mindestlohngesetz werkgevers verplicht zijn om aan het begin van het dienstverband in Duitsland een schriftelijke verklaring te overleggen aan de ‘Zollverwaltung' (douane) aan de hand waarvan kan worden vastgesteld of het minimumloon wordt betaald. In bepaalde gevallen kan een buitenlandse werkgever dit doen door middel van een ‘Einsatzplanung', een overzicht van de te verwachten werkzaamheden over een periode van maximaal zes maanden. Het gaat dan bijvoorbeeld om situaties waarin de werknemer meerdere plaatsen van tewerkstelling heeft of bepaalde mobiele werkzaamheden verricht, zoals bij goederenvervoer, het vervoer van pakketten en brieven, bij afvalinzameling en stratenreiniging. Door middel van een door de Duitse douane ter beschikking gestelde eenvoudige modelverklaring moet worden verklaard dat het Duitse minimumloon wordt betaald. Tevens moet daarin de plaats worden aangegeven waar de onderliggende bewijsstukken, zoals loonstrookjes, gereedgehouden worden. Deze gegevens dienen in de Duitse taal beschikbaar te zijn. Verder moet kort worden gemeld welke personen voor welke periode naar verwachting in Duitsland werkzaam zullen zijn. Dit formulier moet naar de Duitse douane gefaxt worden.

De staatssecretaris vindt dat administratieve verplichtingen bij grensoverschrijdende dienstverrichtingen zonder meer een belemmering vormen voor het vrije verkeer van diensten. Nederland hecht zeer aan dat vrije verkeer. De komende periode zal duidelijk worden hoe de Duitse wetgeving uitpakt voor het dienstenverkeer tussen Nederland en Duitsland. De staatssecretaris zegt dat de Nederlandse regering de situatie op de voet volgt maar stelt dat of er sprake is van een ongerechtvaardigde handelsbelemmering uiteindelijk aan het Europese Hof van Justitie is.  

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting, Internationaal belastingrecht, Internationale sociale zekerheid

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 6 februari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen