Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in verzet dat het hoger beroep terecht (kennelijk) niet-ontvankelijk is verklaard wegens het niet betalen van het griffierecht.

Belanghebbende, X, stelt hoger beroep in tegen uitspraken van Rechtbank Noord-Nederland van 20 mei 2014. In geschil is of Hof Arnhem-Leeuwarden het hoger beroep van X terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard wegens het niet betalen van het griffierecht.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in verzet dat het hoger beroep terecht (kennelijk) niet-ontvankelijk is verklaard wegens het niet betalen van het griffierecht. Gelet op het door de Hoge Raad geformuleerde overgangsrecht (HR 20 februari 2015, nr. 14/05176, V-N 2015/12.7) krijgt X in dit geval ook nog in verzet de gelegenheid om aan te voeren dat hij in de periode waarin hij het griffierecht diende te betalen, in betalingsonmacht verkeerde. Met zijn berekening van de (betaling van de) aanslag IB/PVV 2009 is X hierin niet geslaagd. Deze berekening geeft geen informatie over het inkomen en het vermogen van X in de desbetreffende periode. Van de gelegenheid om zijn verzet mondeling toe te lichten en de gestelde betalingsonmacht aan de hand van cijfers te onderbouwen heeft X geen gebruik gemaakt. Het hof is op grond van de gedingstukken van oordeel dat X niet in het leveren van het bewijs is geslaagd. Het hof verklaart het verzet ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:41

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 21 april

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen