Hof 's-Gravenhage oordeelt dat belanghebbende niet aannemelijk maakt dat hem – na het sluiten van de koopovereenkomst – nog € 6.877 aan bouwrente in rekening is gebracht die op zijn inkomen in aftrek kan worden gebracht.

Belanghebbende (X) koopt op 2 oktober 2003 een perceel bouwgrond om daar een eengezinswoning op te bouwen. Bij het passeren van de hypotheekakte wordt geconstateerd dat de aannemer een rentevergoeding over reeds vervallen bouwtermijnen in rekening heeft gebracht waarmee belanghebbende geen rekening had gehouden. Belanghebbende sluit daarom een overbruggingskrediet van € 6.900. Hij brengt de bouwrente in aftrek in zijn IB-aangifte over het jaar 2003. Volgens belanghebbende is er namelijk sprake van bouwrente die na het afsluiten van de koopovereenkomst is opgekomen en dus in mindering op de inkomsten uit de eigen woning gebracht mag worden. De inspecteur corrigeert deze post.

Hof 's-Gravenhage oordeelt dat belanghebbende niet aannemelijk maakt dat hem – na het sluiten van de koopovereenkomst – nog € 6.877 aan bouwrente in rekening is gebracht die op zijn inkomen in aftrek kan worden gebracht. Het hof overweegt hierbij dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij eerder dan op 2 oktober 2003 een verplichting is aangegaan met betrekking tot de koop van de woning. Verder hecht de rechtbank geloof aan de stelling van de inspecteur dat in de afgetrokken bouwrente een bedrag van € 3.134 aan rente zit dat al in aftrek is toegelaten. De aanslag blijft in stand.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof 's-Gravenhage

2

Gerelateerde artikelen