De Hoge Raad oordeelt dat uitspraken op bezwaar ook na de introductie van de Wet elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst per post verstuurd moeten worden.
Belanghebbende, X, maakt bezwaar tegen diverse navorderingsaanslagen. Op 21 december 2015 stuurt de inspecteur de uitspraken op deze bezwaren per e-mail aan de gemachtigde van X. Rechtbank Den Haag verklaart het beroep van X, dat op 15 maart 2016 is binnengekomen, niet-ontvankelijk. In geschil is of dit terecht is.
De Hoge Raad oordeelt dat uitspraken op bezwaar ook na de introductie van de Wet elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst per post verstuurd moeten worden. Vooralsnog zijn namelijk alle berichten in verband met bezwaar uitgezonderd van het verplichte elektronisch berichtenverkeer (art. 3 Regeling elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst, Stcrt. 2015, 37619). Een uitspraak op bezwaar wordt dus alleen op de voorgeschreven wijze bekendgemaakt door verzending per post. Gelet op het voorgaande heeft de rechtbank ten onrechte in het midden gelaten of de inspecteur de uitspraken ook per post heeft verzonden. Volgt verwijzing voor een beoordeling of verzending per post heeft plaatsgevonden.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 26c
Algemene wet inzake rijksbelastingen 3a