Hof ’s-Hertogenbosch beslist dat X niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in het jaar 2013 enig (negatief) vervreemdingsvoordeel in het kader van de a.b.-regeling heeft gerealiseerd.

X verkoopt in 2011 aanmerkelijk belangaandelen. In zijn aangifte ib/pvv 2011 heeft X belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang vermeldt waarvan het vervreemdingsvoordeel deel vanuit maakt. De inspecteur heeft de aanslag over het jaar 2011 conform de ingediende aangifte opgelegd. In de aangifte ib/pvv 2013 heeft X een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang geclaimd ten bedrage van negatief € 101.816. Dit bedrag bestaat uit een vervreemdingsvoordeel groot negatief € 176.816 en een regulier voordeel groot € 75.000. Bij het vaststellen van de aanslag corrigeert de inspecteur het negatieve vervreemdingsvoordeel. In geschil is of dit terecht is.

Volgens Hof ’s-Hertogenbosch heeft X niet aannemelijk gemaakt dat hij in het jaar 2013 enig (negatief) vervreemdingsvoordeel heeft gerealiseerd. De stelling van X dat het in zijn ogen te hoge, in de aanslag ib/pvv 2011 in aanmerking genomen vervreemdingsvoordeel, gecorrigeerd kan worden in de ib/pvv 2013 berust op een onjuiste rechtsopvatting. Al zou het bedrag van dat vervreemdingsvoordeel te hoog zijn geweest, dan heeft een eventueel hieruit voortvloeiende correctie geen invloed op de aanslag ib/pvv 2013. De inspecteur heeft terecht het in de aangifte ib/pvv over het jaar 2013 opgenomen negatieve vervreemdingsvoordeel gecorrigeerd. Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 4.12

Wet inkomstenbelasting 2001 4.19

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 28 mei

19

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen