Hof 's-Hertogenbosch beslist dat navordering van de inkomensafhankelijke combinatiekorting niet mogelijk is omdat sprake is van een beoordelingsfout van de inspecteur. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Bij het vaststellen van de aanslag ib/pvv 2010 wijkt de inspecteur af van de door X ingediende aangifte. Hij constateert namelijk dat X geen recht heeft op de zelfstandigen- en startersaftrek. De in de aangifte geclaimde inkomensafhankelijke combinatiekorting (hierna: ick) wordt niet gecorrigeerd. Wanneer in het jaar 2014 blijkt dat de ick niet automatisch is aangepast na de correctie van de zelfstandigen- en startersaftrek, legt de inspecteur de in geschil zijnde navorderingsaanslag op. X gaat in beroep. In geschil is of de inspecteur mag navorderen. Niet in geschil is dat geen sprake is van een nieuw feit en evenmin van kwade trouw. Evenmin is in geschil dat X niet in aanmerking komt voor de ick. Rechtbank Zeeland-West-Brabant beslist dat sprake is van een beoordelingsfout, die aan navordering in de weg staat. Het beroep is gegrond en de navorderingsaanslag wordt vernietigd. De inspecteur gaat in hoger beroep.
Volgens Hof 's-Hertogenbosch (MK I, 6 oktober 2017, 16/00283, V-N Vandaag 2017/2501) heeft de inspecteur bij de beoordeling van de aangifte het onderdeel winst uit onderneming beoordeeld en vervolgens de startersaftrek en zelfstandigenaftrek gecorrigeerd. De inspecteur had toen ook de ick moeten corrigeren. Door de afwezigheid van de inkomstenbron winst uit onderneming was immers duidelijk dat geen recht bestond op de ick. Het toch toekennen van de ick is volgens het hof aan te merken als een beoordelingsfout, die niet met art. 16 lid 2 onderdeel c AWR kan worden hersteld. Er is ook niet sprake van een fout “ten gevolge van de geautomatiseerde verwerking van aangifte” De inspecteur had de ick tijdens de aanslagregeling, na correctie van de zelfstandigenaftrek, handmatig dienen aan te passen en dit heeft hij nagelaten. Er is sprake van een ambtelijk verzuim. Het hoger beroep is ongegrond.
De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Lees ook het thema Navordering
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16