De Hoge Raad oordeelt dat het hof de uitspraak van de rechtbank al had vernietigd, zodat deze niet alsnog kan worden bevestigd. Het beroep van X heeft betrekking op de nieuwe uitspraak op bezwaar, zodat het hof nog slechts hierover had moeten oordelen.

Aan X is een IB-aanslag opgelegd. In hoger beroep wijst Hof ’s-Hertogenbosch de zaak terug naar de inspecteur met de opdracht X alsnog te horen (zie V-N 2019/13.13). Het hof past de judiciële lus toe, zodat tegen de nieuwe uitspraak op bezwaar alleen beroep mogelijk is bij het hof. De inspecteur doet opnieuw uitspraak op bezwaar en handhaaft de aanslag. Het hof verklaart het beroep van X vervolgens ongegrond en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

De Hoge Raad oordeelt dat het hof de uitspraak van de rechtbank al had vernietigd, zodat deze niet alsnog kan worden bevestigd. Het beroep van X heeft betrekking op de nieuwe uitspraak op bezwaar, zodat het hof nog slechts hierover had moeten oordelen. Slechts in zoverre is het cassatieberoep van X gegrond. Voor het overige falen zijn klachten (zie art. 81 lid 1 Wet RO). Het beroep van X tegen de nieuwe uitspraak op bezwaar is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:113

Wet inkomstenbelasting 2001 5.2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 15 februari

13

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen