Rechtbank Oost-Brabant verklaart het door X op persoonlijke titel ingestelde beroep niet-ontvankelijk. X kan op persoonlijke titel geen rechtsmiddelen instellen tegen de beschikking die is opgelegd aan de gezamenlijke erfgenamen.

Belanghebbende, X, stelt namens de gezamenlijke erfgenamen waartoe zij zelf ook behoort, bezwaar in tegen een WOZ-beschikking 2017 die aan de gezamenlijke erven is opgelegd. De heffingsambtenaar verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van de gevraagde verklaring van erfrecht of verklaring van executele.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart het door X op persoonlijke titel ingestelde beroep niet-ontvankelijk en overweegt daarbij als volgt. Het bezwaar is ingediend namens de gezamenlijke erven, waarbij X zich heeft gepresenteerd als één van de erven, de bestreden uitspraak is gericht aan de erven en het beroep is ingesteld door (uitsluitend) X op persoonlijke titel. X kan echter in fiscale zin niet worden vereenzelvigd met ‘de erven’, zijnde de erfgenamen gezamenlijk. Een individuele erfgenaam enerzijds en de erven anderzijds zijn te onderscheiden fiscale rechtssubjecten. Door zo te handelen is X in beroep (als individuele erfgenaam) een andere weg ingeslagen dan de eerder door haar ingeslagen weg (als één der erfgenamen). Dit verhoudt zich niet met het gesloten stelsel van rechtsmiddelen, zoals vastgelegd in art. 26a AWR. X kan daarom niet worden ontvangen in haar beroep.

Lees ook het thema Bezwaar: het gesloten stelsel van rechtsbescherming

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 26a

Algemene wet inzake rijksbelastingen 26

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Editie: 24 januari

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen