Rechtbank Den Haag stelt vast dat het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit, ingediend ruim nadat het besluit is genomen, een procesbelang ontbeert, maar wel ziet op het alsnog genomen besluit. De rechtbank oordeelt dat de hoorplicht opnieuw is geschonden en verwijst de zaak terug naar verweerder.

X ontvangt aanslagen rioolheffing en afvalstoffenheffing voor het jaar 2019. X maakt tevergeefs bezwaar en gaat vervolgens in beroep. De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar wegens schending van de hoorplicht en verwijst de zaak terug. De heffingsambtenaar nodigt daarop X een aantal keer uit voor een hoorgesprek waarop geen reactie volgt. X vraagt tijdens de hernieuwde bezwaarbehandeling nieuwe informatie die uitblijft. In de tussentijd stelt X de heffingsambtenaar twee keer in gebreke omdat de uitspraak te lang op zich laat wachten. Omdat X niet verschijnt op het hoorgesprek volgt een uitspraak op bezwaar waarin de heffingsambtenaar niet eerder met X gedeelde informatie geeft. Ruim na de beroepstermijn tegen de nieuwe uitspraak dient X beroep in wegens het niet tijdig nemen van dat besluit.

Rechtbank Den Haag stelt vast dat het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit, ingediend ruim nadat het besluit is genomen, een procesbelang ontbeert, maar wel ziet op het alsnog genomen besluit. De rechtbank behandelt het beroep en stelt vast dat bij de uitspraak op bezwaar nieuwe informatie is verstrekt waarop belanghebbende niet eerder kon reageren. De rechtbank is van oordeel dat daarmee opnieuw de hoorplicht is geschonden. Het beroep is gegrond. De rechtbank verwijst de zaak wederom terug naar verweerder voor hernieuwde behandeling en uitspraak.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:20

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 13 september

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen