Hof Den Haag oordeelt dat de gemachtigde niet geïnteresseerd was in een hoorzitting en dat de hoorplicht niet is geschonden. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbende, X, maakt bezwaar tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting en verzoekt daarbij te worden gehoord. De heffingsambtenaar stuurt de gemachtigde een brief met tijdstippen waarop de hoorzitting kan plaatsvinden en verzoekt de gemachtigde om contact op te nemen. Als geen reactie volgt, doet de heffingsambtenaar uitspraak zonder X te horen.

Hof Den Haag (V-N 2019/27.1.4) oordeelt dat de gemachtigde niet geïnteresseerd was in een hoorzitting en dat de hoorplicht niet is geschonden. De gemachtigde en X hebben geen verklaring gegeven waarom zij niet op uitnodigingsbrieven van de gemeente hebben gereageerd. Uit het doen en nalaten concludeert het hof dat deze gemachtigde van aanvang heeft aangestuurd op een beslissing van de rechtbank die later op formele gronden wordt vernietigd. Het is de gemachtigde uitsluitend te doen om een proceskostenvergoeding. De gemachtigde was niet geïnteresseerd in een hoorzitting of de inhoud van de zaak. Het hof volgt ook het oordeel van de rechtbank dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd. Het hoger beroep van X is ongegrond.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Lees ook het thema Beroep: rechtsbescherming door de belastingrechter.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 16 oktober

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen