Hof Amsterdam oordeelt dat X cv wel degelijk recht heeft op een vergoeding van de proceskosten. Volgens het hof is Q weliswaar bestuurder van A, maar heeft hij in deze procedure beroepsmatig rechtsbijstand verleend vanuit zijn eenmansbedrijf.
Stichting A is beherend vennoot van belanghebbende, X cv. Q is bestuurder van A, en verleent daarnaast vanuit zijn eenmansbedrijf professionele rechtsbijstand. De ontvanger brengt ten onrechte € 7 aanmaningskosten in rekening aan X cv. X cv schakelt daarop Q in, waarop de ontvanger de beschikking vernietigt. Daarbij wordt echter geen uitspraak gedaan op het verzoek om een proceskostenvergoeding. Rechtbank Noord-Holland is van mening dat er geen recht bestaat op een proceskostenvergoeding, omdat er geen sprake is van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Hof Amsterdam oordeelt dat X cv wel degelijk recht heeft op een vergoeding van de proceskosten. Volgens het hof is Q weliswaar bestuurder van A (de beherend vennoot van X cv), maar heeft hij in deze procedure beroepsmatig rechtsbijstand verleend vanuit zijn eenmansbedrijf. Het hof merkt vervolgens op dat Q dan niet met X cv kan worden vereenzelvigd. Omdat alleen maar in geschil is of recht bestaat op een proceskostenvergoeding, past het hof een wegingsfactor van 0,25 toe. De ontvanger wordt veroordeeld tot het betalen van € 605,50 aan proceskosten, en € 501 aan griffierecht.
Lees ook het thema Beroep: rechtsbescherming door de belastingrechter
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 8:75
Algemene wet inzake rijksbelastingen 7:15