Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat een bestuursorgaan in beroep niet meer kan terugkomen op een ontvankelijkverklaring van een bezwaarschrift.

Aan X zijn aanslagen watersysteemheffing, OZB eigenarenbelasting en rioolheffing opgelegd. X stelt dat de aanslagen niet aan hem opgelegd moeten worden, maar aan zijn ex-partner die de woning bewoont.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat een bestuursorgaan in beroep niet meer kan terugkomen op een ontvankelijkverklaring van een bezwaarschrift. De heffingsambtenaar heeft het bezwaar ontvankelijk verklaard maar komt daar in beroep op terug. Uit de jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep en de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State volgt dat de rechtszekerheid eraan in de weg staat dat de rechter op initiatief van het bestuursorgaan de tijdigheid van het bezwaar beoordeelt. Hoewel de Hoge Raad zich op dit punt niet expliciet heeft uitgelaten, is de rechtbank van oordeel dat ook in belastingzaken als uitgangspunt heeft te gelden dat de rechter ook niet op initiatief van het bestuursorgaan de tijdigheid van het bezwaar in beroep beoordeelt. Inhoudelijk oordeelt de rechtbank dat niet X maar zijn ex-partner op grond van de beleidsregels aangemerkt moet worden als eigenaar. De aanslagen eigenarenbelasting worden vernietigd, het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:7

Gemeentewet 217

Waterschapswet 117

Gemeentewet 228a

Gemeentewet 220

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 6 april

66

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen