Rechtbank Amsterdam oordeelt dat een bestuursorgaan zich niet schuldig maakt aan fraus legis als hij op de laatste dag een onzorgvuldige uitspraak op bezwaar neemt om een dwangsom te voorkomen.

X maakt bezwaar tegen een aanslag 2021 van de gemeente Amsterdam. Op 6 januari 2022 stuurt X een ingebrekestelling wegens niet tijdig beslissen. Op de brief staat een ontvangststempel van 10 januari 2022 maar X stelt dat de ingebrekestelling al op 7 januari 2022 is ontvangen. In geschil is of X recht heeft op een dwangsom.

Rechtbank Amsterdam oordeelt dat een bestuursorgaan zich niet schuldig maakt aan fraus legis als hij op de laatste dag een onzorgvuldige uitspraak op bezwaar neemt om een dwangsom te voorkomen. Het begrip fraus legis is niet van toepassing op deze zaak, nu dit specifiek ziet op belastingverijdeling. De rechtbank oordeelt dat X geen recht heeft op een dwangsom wegens niet tijdig beslissen, ook als wordt uitgegaan van ontvangst van de ingebrekestelling op 7 januari 2022 zoals X stelt. De termijn om te beslissen eindigde in dat geval door de Algemene termijnenwet op maandag 24 januari 2022. Op die dag heeft de heffingsambtenaar beslist op het bezwaar van X. Dat is tijdig en daaraan zou niets afdoen als de uitspraak onzorgvuldig tot stand zou zijn gekomen (HR 26 januari 2018, ECLI:NL:HR:2018:96, V-N 2018/7.7).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 4:17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Amsterdam

Editie: 19 januari

26

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen