Hof Den Haag oordeelt dat de bestuursrechter niet bevoegd is te beslissen op beroepen tegen afwijzingen van administratief beroepen inzake verzoeken om kwijtschelding, bezwaren tegen kwijtscheldings- en betalingsregelingen en afwijzingen van kwijtscheldingsverzoeken. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Belanghebbende, X, verzoekt bij het Samenwerkingsverband Vastgoed Heffing en Waardebepaling om kwijtschelding van de aanslag waterschapsbelasting 2015. Het SVHW wijst het verzoek af en verzoekt X de aanslag binnen een maand te betalen. X stelt tegen deze beslissing beroep in.
Hof Den Haag (V-N 2019/19.24.27) oordeelt dat de bestuursrechter niet bevoegd is te beslissen op beroepen tegen afwijzingen van administratief beroepen inzake verzoeken om kwijtschelding, bezwaren tegen kwijtscheldings- en betalingsregelingen en afwijzingen van kwijtscheldingsverzoeken. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat zij niet bevoegd is te beslissen inzake de afwijzing van het administratief beroep betreffende het verzoek om kwijtschelding inzake de aanslag waterschapsbelasting 2015. Evenmin is de rechtbank bevoegd te beslissen op de grief van X dat de wetgeving die aan het instellen van beroep tegen een kwijtscheldingsbeschikking in de weg staat, wegens strijd met het EVRM buiten toepassing moet worden gelaten.
De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:5
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Invordering
Instantie: Hoge Raad
Editie: 20 november